“Ik werd krankzinnig, met lange tussenpozen van afschuwelijke geestelijke gezondheid.”
Brief aan George Washington Eveleth, 1846
“Alles wat we zien of lijken is slechts een droom binnen een droom.”
Een droom in een droom 1849
“Er is geen voortreffelijke schoonheid… zonder enige vreemdheid in de verhouding.”
Ligeia, 1838
“Zij die overdag dromen zijn zich bewust van veel dingen die ontsnappen aan hen die alleen ’s nachts dromen.”
Eleonora, 1841
“We hadden lief met een liefde die meer was dan liefde.”
Annabel-Lee, 1849
“Ik was nooit echt krankzinnig, behalve bij gelegenheden waarbij mijn hart werd geraakt.”
Brief aan Maria Clemm, 1849
“De dood van een mooie vrouw is, zonder twijfel, het meest poëtische onderwerp in de wereld.”
De filosofie van de compositie, 1846
“Woorden hebben geen macht om indruk te maken op de geest zonder de voortreffelijke gruwel van hun werkelijkheid.”
Het relaas van Arthur Gordon Pym van Nantucket, 1838
“Nooit te lijden zou nooit gezegend zijn geweest.”
Mesmerische openbaring, 1849
“Geloof niets van wat je hoort, en slechts de helft van wat je ziet.”
Het systeem van dokter Tarr en professor Fether, 1845