In het jaar dat ik in Minneapolis Engels begon te geven in de zevende tot en met de twaalfde klas, bracht Prince zijn liedje “Sign o’ the Times”, over de ruïne van de stad, uit. Dat nummer vormde een toepasselijke muzikale achtergrond voor het leven van mijn leerlingen, van wie de meesten in armoede leefden en me dagelijks uitdaagden.
Dat jaar kreeg ik ook de kans om te worden aangevallen met een steen, twee stoelen, een Rambo-mes, de zwakke stoot van een meisje uit groep 7, en tientallen creatieve scheldwoorden. Gelukkig werd de orde in de klas beter toen ik leerde dat succesvol klassenmanagement afhangt van het nauwgezet uitvoeren van een paar grote strategieën en een heleboel kleintjes.
Grote Strategieën: Fundamentele Principes van Klassenmanagement
1. Volg de eerste stap van hypnose: De eerste inductietechniek van een hypnotiseur bestaat er vaak in de proefpersoon te laten focussen op iets wat hij al aan het doen is. “Voel dat je ogen moe worden” is een goede opening, want iedereen heeft wel eens vermoeide ogen, maar we merken het pas als iemand ons erop wijst.
Leraren kunnen, net als hypnotiseurs, een reeks verzoeken aaneenrijgen door leerlingen te vragen iets te doen wat de meesten al doen, dan te wachten tot ze voor de volle 100 procent meewerken, en dan weer een nieuwe richtlijn te geven, enzovoort. Het is beter voor docenten om te zeggen, “Richt je ogen op mij” en wacht op naleving, in plaats van te zeggen, “Stop met praten, draai je om, ga naar pagina 237, pak een potlood, en kop je papier met ‘Geologiekader’.”
2. Houd je consequenties zo minimaal mogelijk: Wanneer een regel wordt overtreden, wijs dan de kleinst mogelijke consequentie toe en kijk of dat de klus klaart. Gebruik niet te snel grote consequenties.
3. Een geschikt leerplan is een managementstrategie voor de klas: Voor sommige leerlingen zijn de sociale kosten om het lokaal uit te worden gegooid voor tegenspraak lager dan om dom over te komen in het bijzijn van medeleerlingen. Door passend moeilijk werk op te dragen (wat vaak betekent dat er gedifferentieerd moet worden) wordt dat risico geëlimineerd.
4. Oefen overgangen: De meeste onderbrekingen vinden plaats voordat de bel gaat en tussen activiteiten. “Stil 30” was mijn signaal voor alle leerlingen om binnen een halve minuut hun bureau leeg te maken en stil te gaan zitten. Een beloning voor de klas vond plaats nadat 30 overgangen met succes waren voltooid. Mijn kinderen vonden het geweldig dat bezoekers die de routine zagen hun mond openvielen van verbazing.
5. Anticipeer op problemen en wees creatief: Aan het begin van een jaar kwamen mijn middelbare scholieren de klas binnen als Mel Gibson en duizend Schotse krijgers. Om het probleem op te lossen, vroeg ik mijn kinderen voor de deur in de rij te gaan staan met hun linkerarm tegen de muur en een meter ruimte tussen hen en de persoon voor hen.
Om de klas binnen te komen, moest elk kind een inhoudelijke vraag beantwoorden of een willekeurige domme vraag, zoals: “Wat voor wapen zou je gebruiken in de strijd tegen Aquaman? De domme vragen hielden de rij bezig. Na het beantwoorden moesten de leerlingen gaan zitten, zo stil als maanlicht, en de instructies op het bord opvolgen. Pratende leerlingen of leerlingen die een deel van het protocol overtraden, werden naar achteren gestuurd.
6. Bel positief naar huis en stuur brieven: Ik stuurde de voogden van elke leerling een positief briefje naar huis en deed er een magneet bij (100 kosten ongeveer $9,00) om plaatsing op de koelkast aan te moedigen. Ik liet ook complimenteuze voicemails achter. Op die manier zagen ouders en kinderen mij als een bondgenoot.