De apostel Paulus heeft het over een doorn in zijn zijde die hij drie keer tot God smeekte om te worden verwijderd (2 Kor. 12:7-10). Bijbelgeleerden weten niet precies wat Paulus’ doorn was, maar ik kan u de mijne wel vertellen: een bipolaire stoornis. Ik kreeg de diagnose als adolescent en heb God meer dan drie keer gesmeekt dit van me weg te nemen.
Het kostte me meer tijd dan Paulus om God me te horen zeggen dat zijn genade voldoende is.
Geestesziekten kunnen nog steeds een zeer gestigmatiseerd onderwerp zijn in de kerk. Voor degenen die niet met dergelijke worstelingen te maken hebben, kunnen zelfmoordgedachten en de extreme wanhoop die met een klinische depressie gepaard gaan, moeilijk te begrijpen zijn. Hoewel veel christenen de beproeving van incidentele angst of depressieve gevoelens kennen, staan mensen met een gediagnosticeerde geestelijke ziekte voor unieke uitdagingen.
Charles Spurgeon zei eens: “De geest kan veel lager afdalen dan het lichaam, want daarin zijn bodemloze putten. Het vlees kan slechts een bepaald aantal wonden verdragen en niet meer, maar de ziel kan op tienduizend manieren bloeden, en elk uur opnieuw sterven.” Geestesziekten zijn geen nieuw verschijnsel.
En dezelfde bijbelse waarheden die eeuwenlang christenen hebben bemoedigd, kunnen ook vandaag bemoedigend zijn voor hen die lijden aan geestesziekten. Hoewel we misschien dagelijks blijven worstelen in de “bodemloze put” van de geest, kunnen we ons vastklampen aan vier bemoedigingen.
Je bent niet alleen
Gods volk heeft geleden – geestelijk, emotioneel en lichamelijk – sinds de zondeval. Zelfs Christus zelf riep wanhopig uit aan het kruis: “Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten? (Matt. 27:46), een echo van een psalm van klaagzang (Ps. 22:1). Als we lijden, zijn we niet alleen.
Wat meer is, geestesziekten komen waarschijnlijk vaker voor dan je weet. Volgens het National Institute of Mental Health lijdt 1 op de 5 Amerikaanse volwassenen aan een geestesziekte. De Wereldgezondheidsorganisatie zegt dat 1 op de 4 mensen wereldwijd te maken krijgt met psychische gezondheidsproblemen.
U bent vrijwel zeker niet de enige in uw gemeente die te maken heeft met problemen die voortkomen uit psychische aandoeningen. Door openlijk over uw psychische problemen te spreken, kunnen anderen hun eigen worstelingen delen en kunt u voor elkaar zorgen.
Het is niet uw schuld
Hoewel psychische aandoeningen een gevolg zijn van de zondeval, is mijn aandoening – net als die van de blindgeboren man (Johannes 9:3) – geen straf voor mijn zonden of de zonden van mijn ouders. Geestesziekte is misschien niet mijn schuld, maar het kan mijn kans zijn om de waarheid over Christus’ liefde tot anderen te spreken.
Natuurlijk kan de zonde geestesziekte verergeren, of depressie of angst aanwakkeren. Zonde verspreidt de infectie van de duisternis, en daarom is het zo belangrijk dat mensen je op Christus wijzen. Als we berouw tonen en onze aandacht op Christus richten, kunnen we het licht binnen laten sijpelen, hoe zwak het ook lijkt. “Nader tot God, en Hij zal tot u naderen” (Jakobus 4:8) is een belofte voor goede en ook voor donkere dagen.
God ziet u en is bij u
We hebben een persoonlijke Heiland die emoties ervaart. Als je lijdt onder de gevolgen van geestesziekte, kun je je de nabijheid van Christus herinneren. Hij weent met u, zoals Hij weende met de familie van Lazarus (Johannes 11:35). Hij kende het opstandingswerk dat Hij op het punt stond te doen, maar hij huilde toch van woede. Zo weet Hij ook hoe Hij in en door uw leven gaat werken, en Hij is er middenin bij u.
Uit genade heeft Hij de heilige Geest gezonden, onze trooster en raadgever, om bij u te zijn, om u te helpen. De heilige Geest doet voorbede voor u (Rom. 8, 27). Hij roept voor u wanneer u geen woorden kunt vormen, maar alleen klanken van wanhoop (Rom. 8,26).
Blijft dus standvastig, want er is grote hoop: “De HEER is de gebrokenen nabij en redt de verbrijzelden van geest” (Ps. 34,18). Wij zijn allemaal op onze eigen manier gebroken, maar Christus maakt ons heel. Hij verlicht de donkerste hoeken van mijn hart en geest (2Kor.4,6). Hij haalt me uit de diepste put (Job 33:28; Ps. 40:2; 103:4; Lam. 3:55). En als Hij het wil, zal Hij mij gebruiken om anderen te bereiken (2 Kor. 4:7-10).
Gods Woord spreekt tot u
De Bijbel is niet bang om over geestelijke en emotionele angst te spreken. Kijk maar naar Job of de psalmen van de klaagzang, die de grootste categorie psalmen vormen. Het zijn liederen van mensen die in wanhoop tot God roepen:
- “Wend u tot mij en wees mij genadig, want ik ben eenzaam en verdrukt” (Ps. 25:16).
- “Waarom zijt gij terneergeslagen, o mijn ziel, en waarom zijt gij in mij in beroering? Hoop op God, want ik zal Hem weer loven, mijn heil” (Ps. 42:5).
- “Want mijn ziel is vol benauwdheid, en mijn leven nadert Sjeool” (Ps. 88:3).
Maar zelfs de meeste klaagpsalmen eindigen positief, door hun hoorders te herinneren aan Gods trouw. Net als Gods volk door de geschiedenis heen, vergeten wij vaak alles wat Hij al voor ons heeft gedaan en de beloften die Hij blijft vervullen.
Bewaar deze waarheden ergens waar je er vaak aan herinnerd kunt worden. Deel ze met een goede vriend, familielid of verantwoordingspersoon die je eraan kan herinneren wanneer je het vergeet of wanneer je niet de energie of wilskracht hebt om jezelf eraan te herinneren. Gods Woord spreekt tot je op zelfs de moeilijkste dagen.
Mijn doorn zal misschien nooit van mijn zijde wijken, maar ik kan me verheugen in de grootheid en soevereiniteit van mijn machtige God. Deze ziekte blijft me eraan herinneren dat Gods genade voldoende voor me is. Ik bid dat God zijn kracht in mijn zwakheid bekend wil maken.