Een cruciale overgangsperiode
De WHO definieert de adolescentie als de periode van menselijke groei en ontwikkeling die volgt op de kindertijd en voorafgaat aan de volwassenheid, tussen de leeftijd van 10 en 19 jaar. Het is een van de belangrijkste overgangsfasen in het leven van de mens, gekenmerkt door een versneld tempo van groei en verandering, alleen overtroffen door dat van zuigelingen. Deze fase van groei en ontwikkeling wordt bepaald door verschillende biologische processen. Het begin van de puberteit markeert de overgang van de kindertijd naar de adolescentie.
De biologische determinanten van de adolescentie zijn vrijwel universeel; de duur en de kenmerken van deze periode kunnen echter variëren in de tijd, tussen culturen en in sociaaleconomische contexten. Zo hebben zich in de afgelopen eeuw veel veranderingen voorgedaan met betrekking tot deze levensfase, waaronder het vroeger intreden van de puberteit, het opschuiven van de huwelijksleeftijd, verstedelijking, mondialisering van de communicatie, en veranderende seksuele attitudes en praktijken.
De sleutelrol van ontwikkelingservaringen
De adolescentie is een periode van voorbereiding op de volwassenheid, waarin zich verschillende uiterst belangrijke ontwikkelingservaringen voordoen. Naast lichamelijke en seksuele rijping omvatten deze ervaringen de overgang naar sociale en economische onafhankelijkheid, de ontwikkeling van een identiteit, de verwerving van de vaardigheden die nodig zijn om volwassen relaties aan te gaan en volwassen rollen op zich te nemen, en het vermogen tot abstract redeneren. Hoewel de adolescentie synoniem is met een uitzonderlijke groei en een groot potentieel, is het ook een tijd van aanzienlijke risico’s, waarin de sociale context een bepalende invloed kan hebben.
Druk om risicogedrag te vertonen
Veel adolescenten staan onder druk om op steeds jongere leeftijd alcohol, tabak of andere drugs te gebruiken en met seks te beginnen, waardoor zij een hoog risico lopen op zowel opzettelijke als onopzettelijke verwondingen, ongewenste zwangerschappen en seksueel overdraagbare aandoeningen (soa’s), waaronder het humaan immunodeficiëntievirus (hiv).
Velen ondervinden ook een reeks aanpassings- en geestelijke gezondheidsproblemen. Gedragspatronen die tijdens dit proces tot stand komen, zoals het al dan niet gebruiken van drugs, of het nemen van risico’s of het nemen van beschermende maatregelen met betrekking tot seksuele praktijken, kunnen blijvende positieve of negatieve gevolgen hebben voor de toekomstige gezondheid en het welzijn van een persoon. Hieruit volgt dat dit proces voor volwassenen een unieke gelegenheid vormt om jongeren te beïnvloeden.
Adolescenten zijn anders dan jonge kinderen en ook anders dan volwassenen. Meer in het bijzonder is een adolescent niet volledig in staat complexe concepten te begrijpen, noch het verband tussen een gedraging en de gevolgen ervan, noch de mate van controle die hij heeft of kan hebben met betrekking tot het nemen van gezondheidsgerelateerde beslissingen, bijvoorbeeld beslissingen betreffende zijn seksueel gedrag.
Dit onvermogen kan hen bijzonder kwetsbaar maken voor seksuele uitbuiting en het vertonen van risicogedrag. Wetten, gewoonten en praktijken kunnen ook andere gevolgen hebben voor adolescenten dan voor volwassenen. Zo beperken wetten en beleidsmaatregelen vaak de toegang van adolescenten tot informatie en diensten op het gebied van reproductieve gezondheid, vooral als zij niet getrouwd zijn.
Wanneer zij wel toegang hebben tot reproductieve gezondheidsdiensten, kan de houding van de dienstverleners tegenover seksueel actieve adolescenten in de praktijk een belangrijke belemmering vormen voor het gebruik van deze diensten.
Familie en gemeenschap zijn belangrijke steunpunten
Adolescenten zijn afhankelijk van hun familie, gemeenschap, school, gezondheidszorg en werkplek voor een reeks belangrijke vaardigheden die hen kunnen helpen om te gaan met de druk die zij ervaren en om een succesvolle overgang te maken van kindertijd naar volwassenheid. Ouders, leden van de gemeenschap, dienstverleners en sociale instellingen hebben de verantwoordelijkheid om de ontwikkeling en aanpassing van adolescenten te bevorderen en doeltreffend in te grijpen wanneer zich problemen voordoen.