De aarde draait eenmaal per dag om haar as, maar dat gebeurt niet gelijkmatig. In plaats daarvan varieert de omwentelingssnelheid tot een milliseconde per dag. Net als bij een ronddraaiende schaatser waarvan de draaisnelheid toeneemt als de armen van de schaatser dichter naar het lichaam worden gebracht, zal de draaisnelheid van de aarde toenemen als de massa dichter naar de draaias wordt gebracht.
Als landijs smelt, zoals gletsjers in de bergen en de ijskappen van Groenland en Antarctica, verandert de draaiing van de aarde alleen als het smeltwater naar de oceanen stroomt. Als het smeltwater dicht bij de bron blijft (bijvoorbeeld doordat het vastzit in een gletsjermeer), dan is er geen netto verplaatsing van massa weg van de gletsjer of ijskap, en zal de draaiing van de aarde niet veranderen. Maar als het smeltwater in de oceanen stroomt en verspreid wordt, dan is er wel een netto verplaatsing van massa en zal de draaiing van de aarde veranderen. Als bijvoorbeeld de Groenlandse ijskap volledig zou smelten en het smeltwater volledig in de oceanen zou stromen, dan zou het mondiale zeeniveau met ongeveer zeven meter stijgen en zou de aarde langzamer draaien, waarbij de lengte van de dag langer zou worden dan nu, met ongeveer twee milliseconden.
Smelten van zee-ijs, zoals de ijskap op de Noordpool, verandert het zeeniveau niet omdat het ijs zijn volume verplaatst en dus de draaiing van de aarde niet verandert.