Veel kinderen hebben angsten en zorgen, en van tijd tot tijd zullen ze zich verdrietig en hopeloos voelen. Intense angsten zullen op verschillende momenten in de ontwikkeling naar voren komen. Zo voelen jonge kinderen vaak grote angst wanneer zij van hun ouders worden gescheiden, zelfs als zij veilig zijn en onder de hoede van iemand anders staan. Wanneer gevoelens van angst en droefheid aanhoudend of extreem zijn, kunnen zij het gevolg zijn van angst of depressie. Omdat de symptomen voornamelijk bestaan uit gedachten en gevoelens, worden ze internaliserende stoornissen genoemd.
angst
Wanneer kinderen de voor jonge kinderen typische angsten en zorgen niet ontgroeien, of wanneer de angsten en zorgen zo groot zijn dat ze de activiteiten op school, thuis of bij het spelen belemmeren, kan een angststoornis worden gediagnosticeerd. Voorbeelden van verschillende soorten angststoornissen zijn onder meer de volgende:
- Bang zijn om gescheiden te worden van ouders (verlatingsangst).
- Extreme angst hebben voor een specifieke situatie of iets, zoals honden, insecten of naar de dokter gaan (fobieën).
- Erg bang zijn voor school of andere plaatsen waar mensen zijn (sociale angst).
- Het zich erg zorgen maken over de toekomst en over slechte dingen die gebeuren (algemene angst).
- Het zich herhaaldelijk voordoen van intense, plotselinge, onverwachte angst, met symptomen als hartkloppingen of kortademigheid, of zich duizelig, trillerig of zweterig voelen (paniekstoornis).
Bangheid kan de vorm aannemen van angst of zorgen, maar het kan kinderen ook prikkelbaar en boos maken. Symptomen van angst kunnen ook slaapproblemen zijn, evenals lichamelijke symptomen zoals vermoeidheid, hoofdpijn of maagpijn. Sommige angstige kinderen communiceren hun zorgen niet en dus kunnen symptomen onopgemerkt blijven.
Gerelateerde aandoeningen zijn onder meer obsessieve-compulsieve stoornis en posttraumatische stressstoornis.
Depressie
Zich soms verdrietig of hopeloos voelen, hoort bij het leven van ieder kind. Sommige kinderen voelen zich echter verdrietig of ongeïnteresseerd in dingen die zij vroeger leuk vonden, of voelen zich hulpeloos of hopeloos in situaties waarin zij iets zouden kunnen doen om die te veranderen. Wanneer het kind zich aanhoudend verdrietig en hopeloos voelt, kan de diagnose depressie worden gesteld.
Voorbeelden van gedragingen die vaak worden gezien bij kinderen die depressief zijn, zijn onder meer de volgende:
- Het grootste deel van de tijd verdrietig, hopeloos of prikkelbaar zijn.
- Geen zin hebben om leuke dingen te doen of ervan te genieten als ze klaar zijn.
- Veranderingen in eetpatronen: veel meer of veel minder eten dan gewoonlijk.
- Veranderingen in het slaappatroon: veel meer of veel minder slapen dan gewoonlijk.
- Veranderingen in het energieniveau: zich moe en lusteloos voelen of het grootste deel van de tijd gespannen en rusteloos.
- Moeite hebben met opletten.
- Het gevoel waardeloos, waardeloos of schuldig te zijn.
- Zelfvernietigend gedrag of het willen toebrengen van zelfbeschadiging.
Extreme depressie kan ertoe leiden dat een kind over zelfmoord nadenkt of zelfmoord plant. Bij 10- tot 24-jarigen is zelfmoord de belangrijkste doodsoorzaak.
Sommige kinderen praten misschien niet over hun gedachten van hopeloosheid en hulpeloosheid, en ze lijken misschien niet verdrietig. Depressie kan er ook toe leiden dat een kind problemen veroorzaakt of zich ongemotiveerd gedraagt, zodat anderen misschien niet merken dat hij of zij depressief is of hem of haar ten onrechte bestempelen als een lastpak of lui.
Behandeling van angst en depressie
De eerste stap in de behandeling is praten met een zorgverlener voor een evaluatie. De American Academy of Child and Adolescent Psychiatry (AACAP) beveelt aan dat zorgverleners kinderen routinematig screenen op mentale en gedragsmatige gezondheidsproblemen. Sommige van de tekenen en symptomen van angst of depressie zijn dezelfde als bij andere aandoeningen, zoals trauma. Specifieke symptomen, zoals concentratieproblemen, kunnen een teken zijn van een aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD). Het is belangrijk om een grondige evaluatie te ondergaan om de beste diagnose en behandeling te krijgen. Overleg met een zorgverlener kan helpen bepalen of medicatie onderdeel van de behandeling moet zijn. Geestelijk verzorgers kunnen een therapie plannen die het beste is voor het kind en het gezin. Gedragstherapie omvat kindertherapie, gezinstherapie, of een combinatie van beide. School kan ook in het behandelingsplan worden opgenomen. Voor zeer jonge kinderen is de betrokkenheid van de ouders bij de behandeling van cruciaal belang. Cognitieve gedragstherapie is een vorm van therapie die wordt gebruikt om angst of depressie te behandelen, vooral bij oudere kinderen. Het helpt het kind negatieve gedachten te veranderen in effectievere en positievere gedachten, wat leidt tot effectiever gedrag. Gedragstherapie om angst te behandelen kan inhouden dat kinderen worden geholpen om met angstsymptomen om te gaan en ze te beheersen, terwijl ze geleidelijk aan hun eigen angsten worden blootgesteld om ze te leren dat “slechte dingen” niet gebeuren.
Behandelingen kunnen ook bestaan uit verschillende manieren om het kind te helpen zich minder gestrest te voelen en gezonder te zijn, zoals met voedzame voeding, lichaamsbeweging, voldoende slaap, voorspelbare routines en sociale steun.
Zoek hulp bij het vinden van behandeling
extern pictogram kinder- en jeugdpsychiaterzoeker, een zoekhulpmiddel van de American Academy of Child and Adolescent Psychiatry (AACAP).