Tweet
De apostel Petrus is een van de grote verhalen over een veranderd leven in de Bijbel. Bekijk deze tijdlijn en biografie van het leven van Petrus.
Petrus’ leven voor Christus
De apostel Petrus was misschien wel de meest openhartige van de twaalf apostelen in Jezus’ bediening op aarde. Hij werd zeker een van de stoutmoedigste getuigen voor het geloof. Zijn begin was zeker nederig van oorsprong. Hij werd geboren rond 1 v. Chr. en stierf ergens rond 67 n. Chr.
Peter heette oorspronkelijk Simon. Jezus was Degene Die Petrus’ naam veranderde. Petrus betekent “rots” of letterlijk Petra. Hij was een visser uit Galilea en was de broer van Andreas. De broers kwamen uit het dorp Bethsaida (Johannes 1:43, 12:21). Petrus was getrouwd. Hij was ook een volgeling van Johannes de Doper. Petrus was, zoals alle mensen voor hun roeping, een zondig mens. In feite schaamde hij zich voor zijn zondigheid in de aanwezigheid van Jezus Christus (Lucas 5:6-8). Petrus was misschien wel de allereerste discipel die Jezus samen met zijn broer Andreas riep.
Peter verliet zijn carrière als visser om Jezus te volgen.
Vissers in die tijd waren nors, onverzorgd, schofterig gekleed, en gebruikten vaak vulgaire taal. De vissers uit de eerste eeuw waren echte mannen. Ze waren energiek en hadden een onstuimig temperament. Dit is misschien de reden waarom Jakobus en zijn broer Johannes de zonen van de donder werden genoemd (Marcus 3:17). Zij hadden een ruw leven, want vissen was een fysiek veeleisend beroep. Zij moeten ook enigszins onbevreesd zijn geweest, want sommige stormen die snel over het Meer van Galilea kwamen, waren hevig en woest. Ze overvielen de vissers vaak bij verrassing en konden de 20 tot 30 voet lange boten die ze gebruikten gemakkelijk doen kapseizen.
Peter stopte altijd zijn voet in zijn mond, maar één ding dat je over Petrus kunt zeggen was dat toen Jezus tegen hen (Petrus en Andreas) zei: “Volg Mij”, zij gewoon wegliepen en alles achterlieten wat ze hadden, zonder er verder bij na te denken (Lucas 5:9-1). Bedenk dat dit betekende dat zij alles achterlieten – al hun vissersboten, hun visnetten, en alle toebehoren die bij hun handel hoorden. Hoeveel mensen zouden vandaag de dag bereid zijn hun eigen zaak achter te laten om Iemand te volgen die hen eenvoudigweg had gevraagd Hem te volgen?
Peters leven met Christus
Zoals eerder gezegd, behoorde Petrus tot de eerste discipelen die door Jezus geroepen werden en hij was vaak hun woordvoerder – ten goede of ten kwade. Eén ding dat hem wordt toegeschreven is het speciale inzicht dat hij had betreffende de identiteit van Jezus. Petrus was de eerste die Jezus de Zoon van de Levende God – de Messias – noemde (Marcus 8:29, Lucas 9:20, Matt. 16:16-17). Toen Jezus hem riep, wist Petrus dat Hij van God was en voelde hij zich onwaardig om in Jezus aanwezigheid te zijn (Lukas 5:6-8). Toch aarzelde Jezus niet en zei tegen Petrus en Andreas dat Hij hen tot “mensenvissers” zou maken (Marcus 1:17).
Peter was moedig, maar zat er vaak naast. Eens berispte hij zelfs de Heer en zei dat hij bereid was voor Jezus te sterven, hoewel hij bij de arrestatie en het proces van Jezus Hem driemaal verloochende (Matt. 16:21-22). Jezus hield van de discipelen en wist wie van hen Hem trouw zou blijven en wie Hem zou verraden (Judas Iskariot). Petrus was ooggetuige van de vele wonderen die Jezus deed en was ook getuige van de Shekhinah Glorie samen met Johannes en Jacobus bij de Transfiguratie. Hier werd Jezus’ menselijkheid afgepeld om de glorie van Zijn Goddelijkheid te onthullen (Matt. 17:1-9).
Peter de discipel tot de apostel Petrus
Een discipel betekent een “volgeling van” en dat is wat de meeste christenen vandaag de dag in feite zijn. Een apostel is “iemand die uitgezonden is” in de zin van uitgezonden door God om het evangelie van Jezus Christus te verkondigen. De bijbelse definitie van een apostel en de enigen die apostelen worden genoemd in het Nieuwe Testament moesten ofwel bij Jezus zijn geweest tijdens Zijn aardse bediening (zoals de discipelen) of de opgestane Christus hebben gezien (zoals Paulus die drie jaar in de woestijn onderwezen werd door Jezus Christus zelf).
Nadat Christus de discipelen heeft verteld over het einde van het tijdperk (Matt. 24) geeft Hij hun de last of opdracht van de Grote Opdracht (Matt. 28:18-20). Dit is het allerlaatste wat Jezus hun vertelt (Handelingen 1:8) en vanaf dat moment worden de discipelen (volgelingen van Christus) de apostelen (uitgezondenen). De benaming apostelen werd nooit gebruikt tot na de Hemelvaart van Christus (Handelingen 1) omdat zij voor die tijd Jezus nog volgden. Nadat Christus was opgevaren naar de rechterhand van de Vader en daar gezeten was (wat betekende dat Zijn aardse bediening gedaan was – behalve door de apostelen) zond Hij hen uit om naar alle uiteinden van de aarde te gaan om het evangelie van het Koninkrijk van God te verkondigen.
Peter was de eerste die predikte op de Pinksterdag na de komst van de Heilige Geest en hij was de eerste die Christus verkondigde aan een niet-Jood. Hij was een van de stoutmoedigste apostelen van allen. Hij leed gewillig onder vervolging, gevangenschap, afranselingen, en verheugde zich zelfs over het feit dat hij waardig was om schande te lijden omwille van de Heer (Handelingen 5:41).
Het evangelie van Marcus of van Petrus?
Er is uiterst betrouwbaar bewijs door kerkelijke traditie en vroege kerkhistorici dat het evangelie van Marcus eigenlijk het evangelie van Petrus is. Petrus zou zijn discipelschap met Jezus hebben gedicteerd aan Johannes Marcus, die een metgezel van hem was gedurende veel van de latere jaren van zijn leven. Als je het Evangelie van Marcus leest, kun je de uiterst fijne details zien van wat een ooggetuige lijkt te zijn vanuit het perspectief van Petrus. Johannes Marcus was nooit een discipel van Jezus en hij was geen apostel. Er bestaat weinig twijfel over dat het werk van Marcus en zijn evangelie in feite het verhaal is van Petrus die het verhaal navertelde en vervolgens werd opgeschreven door Johannes Marcus. Dit blijkt uit het feit dat Marcus niet aanwezig was bij de bediening van Jezus en uit de uiterst intieme details die in Marcus worden beschreven. Sommige van de gebeurtenissen waarbij Petrus, Johannes en Jacobus vaak alleen met Jezus waren, zoals de Transfiguratie, zijn als een hervertelling van het verhaal door de eerste persoon.
De volgende keer dat je het Evangelie van Marcus leest, denk dan eens aan Petrus en kijk of je niet duidelijker het besef kunt zien dat dit Petrus’ ooggetuigenverslag moest zijn – een verslag dat alleen Petrus kon vertellen.
Petrus’ glorieuze einde
In de dagen die voorafgingen aan de dood van Petrus, waren bijna alle apostelen gemarteld. Voorspelde Jezus werkelijk Petrus’ dood door kruisiging toen Hij zei dat “wanneer gij oud zijt, zult gij uw handen uitstrekken, en een ander zal u kleden en u brengen waarheen gij niet wilt gaan” (Johannes 21:18-19)? De kerkhistorici Tertullianus, Origenes en Eusebius verklaren dat Petrus de handen werden uitgestrekt, dat hij werd gekleed in gevangeniskledij, dat hij werd gebracht waar niemand heen wilde (een kruisiging), en dat hij werd gekruisigd. Er werd gezegd dat hij ondersteboven gekruisigd werd, omdat hij zich onwaardig voelde om gekruisigd te worden op de manier waarop de Here Jezus Christus was gekruisigd.
Van een arrogante, verwaande, man van de donder, werd hij een nederige, gewillige, gehoorzame dienaar van de Heer, zelfs tot in de dood. Hij verheugde zich in die dag van zijn dood, wetende dat hij herenigd zou worden met zijn geliefde Heiland. Dit was een leven van 65 jaar – waarvan zijn laatste drieëndertig jaar gewijd zouden zijn aan de verkondiging van het evangelie van Jezus Christus. In het Oude Testament kon niemand priester worden voordat hij of zij dertig jaar oud was. David werd koning toen hij dertig jaar oud was en deze leeftijd ligt dicht bij het hoogtepunt van zijn geestelijke en lichamelijke vermogens. Petrus zal één van de slechts 12 apostelen zijn die met Jezus Christus zullen heersen in het Koninkrijk der hemelen. De nederige visser werd een machtige visser van mensen – en één die de wereld voor altijd veranderde en vorm gaf en nog steeds het evangelie van Jezus Christus verkondigt door zijn evangelie (geschreven door Marcus), het boek Handelingen, en door de brieven van 1 en II Petrus.