De term bankmodel van onderwijs werd voor het eerst gebruikt door Paulo Freire in zijn zeer invloedrijke boek Pedagogy of the Oppressed. Freire beschrijft deze vorm van onderwijs als een “fundamenteel narratief (in) karakter”:57 met de leraar als het subject (dat wil zeggen, de actieve deelnemer) en de leerlingen als passieve objecten.
In plaats van te communiceren, vaardigt de leraar communiqués uit en doet stortingen die de leerlingen geduldig ontvangen, onthouden en herhalen. Dit is het “bank”-concept van onderwijs, waarbij de actieradius van de leerlingen zich slechts uitstrekt tot het ontvangen, archiveren en opslaan van de stortingen.:58
Onderwijs wordt dus gezien als een proces van het storten van kennis in passieve leerlingen. Docenten zijn de epistemologische autoriteit in dit systeem; de reeds bestaande kennis van studenten wordt genegeerd, afgezien van wat verwacht werd eerder in hen te worden ‘gedeponeerd’. Freire verwijst ook naar een bancair paradigma waarin studenten worden beschouwd als “aanpasbare, beheersbare wezens. … Hoe vollediger zij de hun opgelegde passieve rol accepteren, hoe meer zij geneigd zijn zich eenvoudigweg aan te passen aan de wereld zoals die is en aan de gefragmenteerde kijk op de werkelijkheid die in hen is gedeponeerd.”:60
In het bancaire concept van onderwijs is kennis een geschenk dat wordt geschonken door degenen die zichzelf als kundig beschouwen aan degenen die zij als nietswetend beschouwen. (…) De leraar presenteert zichzelf aan zijn leerlingen als hun noodzakelijke tegenpool; door hun onwetendheid als absoluut te beschouwen, rechtvaardigt hij zijn eigen bestaan.:58