Akathisia is een frequente en veel voorkomende bijwerking van behandeling met antipsychotische (neuroleptische) geneesmiddelen. Dit syndroom bestaat uit zowel subjectieve (gevoel van innerlijke rusteloosheid en de drang om te bewegen) als objectieve componenten (schommelen terwijl men staat of zit, voeten optillen alsof men ter plaatse marcheert en de benen kruisen en ontkruisen terwijl men zit). Door antipsychotica veroorzaakte akathisia kan worden ingedeeld naar het tijdstip van aanvang tijdens de antipsychoticabehandeling (acute, tardieve, ontwenning en chronische akathisia). De gerapporteerde prevalentiecijfers lopen sterk uiteen, van 5 tot 36,8%. Talrijke risicofactoren voor acute akathisia zijn beschreven en de exacte pathofysiologie van akathisia is nog onbekend. Aangezien akathisie een door geneesmiddelen veroorzaakte bijwerking is, is de optimale behandeling eerder gericht op preventie dan op behandeling. Gestandaardiseerde titratie en het gebruik van nieuwe antipsychotica zijn succesvolle preventieve maatregelen. In dit artikel worden verschillende vormen van therapeutische benaderingen voor de behandeling van akathisie besproken. Op basis van de beschikbare literatuur lijken propranolol of andere lipofiele bètablokkers de meest consistent effectieve behandeling voor acute akathisia te zijn. Er is in de literatuur niets te vinden dat een leidraad vormt voor een clinicus wanneer behandeling met bètablokkers faalt. Toevoeging van benzodiazepinen lijkt een verstandige volgende keuze, vooral als de subjectieve distress aanhoudt. Als al deze middelen geen succes hebben, kan amantadine of clonidine worden geprobeerd. Andere middelen die zijn onderzocht zijn ritanserine, piracetam, valproïnezuur (natriumvalproaat) en tricyclische antidepressiva. Het bewijs voor de behandeling van tardieve akathisia is onbevredigend.