Naarmate je Engels vordert, moet je je vermogen om smaken te beschrijven uitbreiden. De meeste mensen beginnen met te zeggen dat ze iets lekker of niet lekker vinden – het kan verrukkelijk of walgelijk zijn, maar dat zegt nog niets over hoe het smaakt.
Bij het drinken van wijn, whisky, koffie of het proberen van nieuw eten, moet je proberen te communiceren met nuance. Een goede manier om te leren over het beschrijven van smaken is het gebruik van een smaakwiel. Er zijn veel verschillende versies van smaakwielen. Neem eens een kijkje, te beginnen bij de binnenkant.
Merk op dat het binnenste gedeelte basiswoorden bevat. In dit geval zijn dat “zoet”, “zuur” en “zout”. Je kunt smaken ook omschrijven als pittig of bitter, maar die worden over het algemeen minder vaak gebruikt. Sommige mensen geven de voorkeur aan het woord zuur in plaats van “zuur”, omdat dat laatste negatief kan overkomen.
De volgende ring bevat algemene bijvoeglijke naamwoorden. Aards is een diepe, zware smaak zoals cederhout of donker gebrande koffie. Smaak kan ook fruitig, nootachtig of bloemig zijn.
De buitenste ring hangt sterk af van de ervaring van de persoon. Als u woorden op de buitenste ring niet herkent, gebruik ze dan alstublieft niet. Denk liever aan specifieke smaken die u goed kent.
Het omschrijven van smaak hangt sterk af van de cultuur. Ik herinner me dat ik koffie proefde met professionals uit de hele wereld. Amerikanen beschreven de zoete en sappige smaak vaak als die van een nectarine, maar de Japanners vonden dat de koffie meer deed denken aan een nashi-Aziatische peer. Dezelfde smaak werd door verschillende mensen verschillend begrepen.
Als Canadees beschrijf ik een nostalgische, boterzoete smaak vaak door te zeggen dat hij me aan ahornsiroop doet denken, terwijl Amerikanen misschien liever melasse of bruine suiker zeggen. Als het gaat om het beschrijven van een sterke maar aangename zuurgraad, zullen Japanners zeggen dat het lijkt op zure pruimen, bekend als umeboshi, terwijl een westers persoon het zou kunnen omschrijven als gekonfijte citroen of framboos.
Bij het beschrijven van smaak, is een goede strategie om in het midden van het smaakwiel te beginnen en naar buiten te werken. Kijk maar eens naar deze voorbeelden:
- Deze wijn is lekker. Hij is een beetje zoet en behoorlijk bloemig. Het doet me denken aan jasmijn of lavendel.
- Ik geniet van deze koffie. Hij heeft een heldere zuurgraad, als steenfruit. Ik proef wat perzik of nectarine.
- Probeer deze cake eens. Hij is niet te zoet. In feite is het een beetje fruitig en misschien een beetje zuur, een beetje zoals framboos. Ik proef ook een beetje groene appel. Het is echt heerlijk.
Voor meer oefening, kijk eens naar deze video’s over hoe wijn te proeven of hoe koffie te proeven. Zoals alles vergt het goed beschrijven van smaken oefening.
–
zuur -een zure of scherpe smaak hebben.
aardig -een diepe, zware smaak zoals cederhout of donker gebrande koffie.