Metaalfosfiden worden gebruikt als knaagdierverdelger. Een mengsel van voedsel en calciumfosfide wordt achtergelaten waar de knaagdieren het kunnen opeten. Het zuur in het spijsverteringsstelsel van het knaagdier reageert met de fosfide, waarbij het giftige gas fosfine ontstaat. Deze methode om ongedierte te bestrijden kan worden gebruikt op plaatsen waar knaagdieren zijn opgedoken die immuun zijn voor veel van het gewone vergif van het warfarine-type (anticoagulans). Andere met calciumfosfide vergelijkbare bestrijdingsmiddelen zijn zinkfosfide en aluminiumfosfide.
Calciumfosfide wordt ook gebruikt in vuurwerk, torpedo’s, zelfontbrandende pyrotechnische fakkels voor de marine, en diverse door water geactiveerde munitie. In de jaren 1920 en 1930 gebruikte Charles Kingsford Smith afzonderlijke drijvende bussen calciumcarbide en calciumfosfide als fakkels voor de marine die tot tien minuten konden branden. Er wordt gespeculeerd dat calciumfosfide, gemaakt door beenderen te koken in urine, in een gesloten vat, een ingrediënt was van sommige oude Griekse brandformules.
Calciumfosfide is een veel voorkomende onzuiverheid in calciumcarbide, die ertoe kan leiden dat het resulterende met fosfine verontreinigde acetyleen spontaan ontbrandt.