Canada is een uitgestrekt land met een oppervlakte van 9.984.670 km2 en een grondgebied dat zich over zes tijdzones uitstrekt. Het ligt in het noordelijkste deel van Noord-Amerika en de kusten van Canada raken drie oceanen: de Stille Oceaan, de Noordelijke IJszee en de Atlantische Oceaan. Elk van deze oceanen beïnvloedt het klimaat, de economie en de handel van het land. De Canadese landschappen strekken zich uit van het bevroren, afgelegen noorden tot uitgestrekte bossen, uitgestrekte meren en rivieren en enorme prairies (open graslanden) en toendra’s.
De Canadese bevolking is zeer ongelijk verdeeld. De wildernis van de Northwest Territories en Nunavut beslaan ongeveer 60% van het landoppervlak, maar er wonen slechts zo’n 60.000 mensen. De meeste inwoners wonen dicht bij de grens tussen de VS en Canada, waar zich de belangrijkste stedelijke gebieden bevinden, zoals Toronto, Vancouver, Montreal en de hoofdstad Ottawa.
Er is een geschiedenis van strijd tussen verschillende groepen mensen in Canada.
De eerste mensen die naar Canada kwamen, arriveerden 15.000 tot 30.000 jaar geleden, over een landbrug die Azië en Noord-Amerika met elkaar verbond. De afstammelingen van deze inheemse volkeren staan bekend als de First Nations people (ongeveer 4% van de huidige Canadese bevolking).
De nederzetting die rond 1000 na Christus door de Viking-ontdekkingsreiziger Leif Eriksson in Newfoundland werd gesticht, hield niet lang stand, maar in de 16e eeuw begonnen Franse en Britse kolonisten in Canada aan te komen (ongeveer 29% van de Canadezen is van Franse afkomst). Landgeschillen tussen verschillende groepen mensen leidden tussen 1689 en 1763 tot vier oorlogen; de laatste oorlog, de Frans-Indiaanse Oorlog, liet de Britten de controle over Canada.
Canada was een verzameling door de Britten gecontroleerde kolonies tot 1867, toen Ontario, Quebec, Nova Scotia en New Brunswick zich verenigden tot een Canadese confederatie met een eigen regering, parlement en minister-president.
Na vele territoriale veranderingen in de loop der jaren bestaat Canada tegenwoordig uit tien provincies en drie territoria.
De twee nationale talen van Canada zijn Engels en Frans. Een klein percentage van de Canadezen, 0,6%, spreekt een taal van de Aboriginals.
Nunavut heeft een bevolking van 25.000, voornamelijk Inuit. Inuits hebben de naam waaronder ze in het verleden bekend stonden (‘Eskimo’) verworpen omdat die ‘vleeseter’ betekent, een term die door andere Aboriginal groepen werd gebruikt om hen te beledigen. Inuit’ betekent ‘persoon’.
Canada is zeer rijk aan natuurlijke hulpbronnen, waaronder aardgas en metalen als zink. Het is een van ’s werelds grootste producenten van hydro-elektrische energie, opgewekt door enorme dammen. De houtverwerkende industrie (timmerhout, multiplex, papier) biedt werk aan meer dan een miljoen Canadezen. Ook de visindustrie is zeer belangrijk en exporteert jaarlijks meer dan 75% van zijn vis naar andere landen.
Canadese dieren zoals buffels, bevers, zeehonden en ijsberen zijn de laatste paar honderd jaar bedreigd, waarbij de buffel in de 19e eeuw bijna tot uitsterven werd bejaagd. IJsberen worden nu bedreigd door de opwarming van de aarde en industriële vervuiling.
De Canadese vlag toont het esdoornblad als het kenmerk van Canada, maar dit is ook eenheid, tolerantie en vrede gaan vertegenwoordigen.
De VN bestempelt Canada als een van de beste landen ter wereld om te leven, met een bijzonder hoge levensverwachting en een hoog niveau van onderwijs en gezondheidszorg. Het is ook een plaats van verbazingwekkende natuurlijke schoonheid.
Outdoor activiteiten zoals kamperen, skiën, kanoën en wildwater rafting zijn erg populair in Canada. IJshockey is de nationale sport die enorm populair is.