De Canarische dadelpalm (Phoenix canariensis) is een prachtige boom, afkomstig van de warme Canarische Eilanden. U kunt overwegen een Canarische dadelpalm buiten te planten in de winterhardheidszones 9 tot 11 van het Amerikaanse Ministerie van Landbouw, of binnen in een container waar u maar wilt.
Met zijn glanzende, gevederde bladeren, overhangende takken en siervruchten is deze boom niet van de onderhoudsvriendelijke school. U zult meer moeten lezen over de verzorging van Canarische palmbomen om er zeker van te zijn dat de plant gezond en gelukkig blijft.
Informatie over Canarische dadelpalmen
Als u ervan droomt om Canarische palmbomen in uw achtertuin te laten groeien, zult u veel ruimte nodig hebben. Informatie over Canarische dadelpalmen geeft aan dat deze bomen tot 20 meter hoog kunnen worden met een mogelijke breedte van 12 meter.
Het planten van een Canarische dadelpalm is echter niet geheel onmogelijk als u een kleine achtertuin heeft. Canarische palmen groeien langzaam, en uw exemplaar zal slechts 3 meter hoog worden gedurende de eerste 15 jaar in de achtertuin.
Andere informatie over Canarische dadelpalmen vermeldt de lange bladeren van de soort – van 3-6 meter lang – en de extreem scherpe stekels aan de basis van de bladeren. De stam kan een doorsnede van 1 m (4 voet) bereiken. De kleine witte of grijze bloesems produceren in de zomer sierlijke dadelachtige vruchten.
Onderhoud van Canarische Palmbomen
Het planten van een Canarische dadelpalm vereist een standplaats in de volle zon en voldoende irrigatie wanneer de palm nog jong is. Wat de verzorging van de Canarische palmboom betreft, kunt u het beste elke week water geven om de plant te helpen diep te wortelen.
Als de boom eenmaal volwassen is, kunt u de watergift verminderen.
De verzorging van de Canarische palmboom omvat ook het geven van voeding aan de boom. U wilt hem elk voorjaar bemesten, net voordat de nieuwe groei begint.
Deze bomen hebben een hoog kalium- en magnesiumgehalte nodig als onderdeel van de verzorging van Canarische palmbomen. Ze kunnen onder landschapsomstandigheden gemakkelijk een tekort aan deze voedingsstoffen krijgen. U herkent een kaliumtekort aan de bleke kleur of de vlekken op de oudste bladeren. Naarmate het tekort toeneemt, worden de uiteinden van de bladeren bruin en broos.
Uw boom heeft een magnesiumtekort als u citroengele banden ziet langs de buitenranden van oudere bladeren. Soms hebben de bomen tegelijkertijd een kalium- en magnesiumtekort.
Gelukkig heeft de palm meestal weinig last van ziekten of plagen.