CHARM

Een Amerikaanse transcriptiedraaibank
Een pers voor 16 inch transcriptieschijven

(mp3-bestand)

(mp3-bestand)

Hoewel de vooroorlogseLP geen commercieel succes was, bleef het wel bestaan tot het eind van de jaren dertig. Maar 16 inch 33⅓ toeren platen overleefden wel en werden de standaard voor Amerikaanse radiostations – bekend als transcriptieschijven.

De naoorlogse 78

Tot aan het begin van de oorlog had de gemiddelde 78 een redelijk zuivere respons tot ongeveer 8500 c/s en soms meer. Niet hi-fi, maar omdat wat er was schoon en onvervormd was klonk het erg goed, en zo was het duidelijk verbeterd gedurende het decennium.

(mp3 bestand)

Er zou echter meer komen met de mogelijkheid om een veel breder bereik van frequenties – tot 14.000Hz en meer – op schijf op te slaan. Dit kwam voort uit de behoefte van verschillende overheidsinstellingen om hogere frequenties op te kunnen nemen voor een verscheidenheid aan geheime doeleinden, waaronder anti-onderzeeboot oorlogsvoering. Decca liep hierbij voorop, wat culmineerde in hun na-oorlogse ‘Full Frequency Range Recording’ (FFRR) systeem.

(mp3 bestand)

EMI liep natuurlijk niet ver achter met ‘Extended Range Recording’, hoewel een deel van de technologie afhankelijk was van RCA cutterheads.

(mp3-bestand)

Tape

Hoewel magnetische opname voor het eerst werd uitgevonden in 1899, was er behoefte aan geavanceerde elektronica en een betrouwbaar medium. Hoewel er in de VS en Groot-Brittannië wel wat werk werd verricht, waren het de Duitsers die het allemaal echt lieten werken. Toen de geallieerden in 1945 Duitse radiostations opeisten, bleek dat bandopname veel geavanceerder was dan voor de oorlog mogelijk was. Onder het materiaal dat de Russen recupereerden bevonden zich bandopnamen in stereo, waarvan een paar overlevende exemplaren in de jaren ’90 weer opdoken, waaronder een verbazingwekkend heldere opname van Bruckners 9e Symfonie onder Karajan, opgenomen in Berlijn in 1944. Vergeleken met uitvoeringen op hedendaagse 78-toerenplaten is deze werkelijk opmerkelijk. Verschillende Magnetophon recorders werden door de geallieerden ‘bevrijd’ en deze vormden de basis voor het Amerikaanse ‘Ampex’ model 200 dat een revolutie teweegbracht in de Amerikaanse opnametechniek, en in Groot-Brittannië voor de EMI BTR 1 machine. De noodzaak om alles in bits van 4½ minuut op te nemen was voorgoed verleden tijd. Op banden van een half uur konden hele delen van een symfonie worden opgenomen. Maar toen kwamen de schaar- en plakbandjongens, en sindsdien is niets meer hetzelfde. De mogelijkheid om naadloos te monteren was het laatste stukje in de puzzel voor de langspeelplaat.

LP weer

Zo kwam het dat tegen de tijd dat de opname-industrie zich na de oorlog begon te herstellen, alle technologie beschikbaar was om langspeelplaten te produceren met een veel betere frequentierespons, waarop opnamen stonden die waren gemonteerd om een zo schoon mogelijke weergave te geven.

Epiloog

Dit is niet de plaats voor een geschiedenis van het opnemen vanaf de langspeelplaat. Er liggen er al genoeg op de planken. Het volstaat te zeggen dat ondanks al zijn gemak (dat natuurlijk is vervangen door de CD), de LP de directheid mist en die gedeeltelijke illusie van een live uitvoering die de 78 kenmerkt. In het begin van de jaren 1950 waren alle 78-toerenplaten louter bandtransfers, en in die vorm hielden ze het nog een paar jaar vol voordat ze werden verdrongen door de lp.

Ave atque vale.

Caveat en een korte lijst voor verdere lectuur

Dit is een korte blik geweest op de geschiedenis van het opnemen, voornamelijk op schijf. Noodgedwongen zijn sommige technische uiteenzettingen vereenvoudigd en is een groot deel van de chronologie gecomprimeerd. Voor verdere lectuur zijn de volgende werken zeker de moeite van het bestuderen waard.

H. Courtney Bryson. The Gramophone Record. (Ernest Benn & Co. 1935). Een uitputtende studie over de fabricage van grammofoonplaten in die tijd.

Roland Gelatt. The Fabulous Phonograph. (Cassell 1956 & rev.). Een goede algemene geschiedenis.

Welch and Read. From Tinfoil to Stereo. Goed voor de vroege geschiedenis.

Fred Gaisberg. The Music Goes Round. Geromantiseerde versie van de geschiedenis tot 1939, met veel onnauwkeurigheden, maar niettemin onderhoudend en nuttig.

Joseph Batten. Joe Batten’s Boek. (Rockliff 1956). Nog een nuttig werk, vooral gezien vanuit het Columbia-perspectief.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *