Cicero, IL

Cook County, 7 mijl W van de Loop. De stad Cicero, in het noorden en oosten begrensd door Chicago, is de voorstad die het dichtst bij het centrum ligt. Cicero, genoemd naar een stad in de staat New York, heeft de enige stadsregering in Cook County en wordt bestuurd door een raad van trustees. Het huidige Cicero, 5,5 vierkante mijl, is minder dan een zesde van het oorspronkelijke gebied van 36 vierkante mijl.

Ogden Avenue, een voormalig Indianenpad, was een van de vroege doorgaande wegen door Cicero. De eerste pachtboeren in de stad vestigden zich op het hoogste en droogste deel van Cicero (nu Oak Park). Andere families vestigden zich langs Ogden Avenue, Lake Street, en Cermak Road (22nd Street). Toen de Galena & Chicago UnionRailroad in 1848 vanuit Chicago westwaarts werd aangelegd, werd Cicero de eerste westelijke voorstad die per spoor met de stad was verbonden.

In 1857 vormden de inwoners de township Cicero om belasting te kunnen heffen voor wegen en afwateringssloten. In 1869 werd Cicero ingelijfd als stad, en datzelfde jaarannexeerde Chicago 11 vierkante mijl langs de oostelijke rand van Cicero. Het inwonertal van de stad daalde hierdoor met 50 procent.

Cicero’s ligging aan verschillende spoorlijnen beïnvloedde de Chicago & North Western Railway en de Chicago & Alton Railroad bedrijven om er productie- en reparatiewerkplaatsen te vestigen. Kleine gemeenschappen begonnen zich te ontwikkelen rond deze en andere industrieën, zoals de Brighton Silver Smelting & Refining Company en de Brighton Cotton Mill.

Tijdens de jaren 1880 werden nieuwe inwoners aangetrokken door de industrieën in het noordelijke deel van de stad langs de Galena & Chicago Union Railroad. Naarmate deze gemeenschappen zich uitbreidden, begonnen ze zich te vermengen. Sommige van deze gebieden scheidden zich later af van Cicero; andere, zoals Clyde en Hawthorne, bleven als namen van spoorweghaltes bestaan.

In 1889 annexeerde Chicago opnieuw grondgebied langs de oostgrens van Cicero, en in 1897 liepen er straatspoorwegen van de stad naar Cicero. In 1899 annexeerde Chicago het laatste deel van Cicero, inclusief het Austin-gebied. Cicero stond in 1900 de Hawthorne Race Track af aan Stickney, en in 1901 scheidden Oak Park en Berwyn zich af van Cicero.

Western Electric vestigde in 1904 een fabriek voor telefoonapparatuur in Cicero, waar meer dan 20.000 mensen werkten, een aantal dat het inwonertal van Cicero, dat in 1910 slechts 14.557 bedroeg, in het niet deed vallen. De bevolking van Cicero verviervoudigde meer dan in de volgende 20 jaar, waarbij de meerderheid van de nieuwkomers Oost-Europese immigranten waren. Toch was er nog genoeg open land voor Cicero Field, een van de eerste vliegvelden van Chicago.

Cicero’s positie aan de rand van Chicago trok criminele elementen aan die Chicago’s wetshandhavers wilden ontlopen. In het midden en het eind van de jaren twintig vestigde de gangster Al Capone zijn hoofdkwartier in Cicero. Aan het eind van de eeuw werden overheidsfunctionarissen veroordeeld op beschuldiging van corruptie die herinnerde aan de vroegere reputatie van de stad.

Raciale spanningen kwamen in Cicero in de jaren vijftig en zestig aan de oppervlakte toen bewoners zich verzetten tegen de komst van Afro-Amerikanen naar hun gemeenschap. Aan het eind van de twintigste eeuw had Cicero weliswaar vrijwel geen zwarte inwoners meer, maar mensen van Latijns-Amerikaanse of Aziatische afkomst droegen bij aan de mengelmoes van etnische culturen. Etnische spanningen doken op in de stadspolitiek, toen een gevestigde Republikeinse organisatie met tegenzin de macht deelde met een opkomende Hispanic meerderheid.

151

43,6%

Betsy Gurlacz