Niet-prijsbepalende factoren
De prijs is niet de enige economische variabele die de vraag beïnvloedt. De vraag wordt ook beïnvloed door een aantal andere, niet-prijsgebonden factoren, die vaak onderliggende determinanten worden genoemd.
De behoeften van de consument
Als een goed of dienst een eerste levensbehoefte is, zal er, ervan uitgaande dat de consument voldoende inkomen heeft, waarschijnlijk vraag naar zijn product zijn, ongeacht de prijs. Hoe groter de behoefte aan een produkt, hoe groter de vraag. Zo zullen studenten waarschijnlijk meer behoefte hebben aan studieboeken dan gepensioneerden. Sommige behoeften, zoals de behoefte aan voedsel, zijn algemeen, terwijl andere behoeften specifiek zijn voor het individu, zoals de behoefte aan bepaalde geneesmiddelen.
Inkomen van de consument (Y)
Bij de beoordeling van de invloed van het inkomen op de vraag maken economen onderscheid tussen normale en inferieure goederen. In het algemeen geldt voor normale goederen dat hoe hoger het inkomen van een consument is, des te groter de gevraagde hoeveelheid. Bij inferieure goederen zal een stijging van het inkomen echter leiden tot een daling van de vraag. Zo zullen personen met een zeer laag inkomen minder geneigd zijn om nieuwe auto’s te kopen en eerder de bus te nemen. Indien zij echter een hoger inkomen verwerven, kan de vraag naar openbaar vervoer dalen, terwijl de vraag naar particulier vervoer waarschijnlijk zal stijgen. In dat geval is particulier vervoer een normaal goed en openbaar vervoer een inferieur goed.
Smaken, voorkeuren en modes
Smaken kunnen in de loop van de tijd veranderen, evenals voorkeuren en modes, en de vraag kan toenemen of afnemen om deze veranderingen te weerspiegelen. Zo is het roken van sigaretten veel minder in de mode dan vroeger.
Habit
Sommige producten, zoals alcohol, gokken en sigaretten, zijn verslavend. Hoe sterker de verslaving, hoe groter de vraag. Verslaving aan een product kan rationele besluitvorming in de weg staan, omdat mensen hun eigenbelang opgeven.
Merkentrouw
Consumenten kunnen loyaal worden aan bepaalde merken, en dit kan een belangrijke invloed hebben op de manier waarop consumenten hun inkomen besteden. Merken geven consumenten vertrouwen en nemen een deel van het risico van de aankoop weg.
De prijs van substitutieproducten
Wijzigingen in de prijs van substitutieproducten kunnen de vraag sterk beïnvloeden. Een stijging van de prijs van een dichtbijgelegen substituut zal resulteren in een toename van de vraag naar een product, aangezien consumenten van het substituut overstappen. Zo zal een prijsstijging van een merk benzine waarschijnlijk resulteren in een toename van de vraag naar een vervangend merk.
De prijs van complementaire producten
Veel producten hebben complementen, die ofwel tegelijk met het product worden gekocht, ofwel nodig zijn om het product te laten werken. Batterijen zijn bijvoorbeeld een aanvulling op veel draagbare elektronische producten. Als de prijs van complementen stijgt, zal de vraag naar een product waarschijnlijk dalen. Een situatie waarin complementaire producten tegelijkertijd worden gekocht, wordt gezamenlijke vraag genoemd.
Natuurlijke factoren
Het effect van goed of slecht weer en andere natuurlijke factoren kan een aanzienlijke invloed op de vraag hebben. Bepaalde producten zijn sterk afhankelijk van het weer of van natuurlijke omstandigheden, zoals de vraag naar ijs, regenjassen en vakanties.
Verwachtingen
De verwachtingen van de consument kunnen de vraag naar veel artikelen beïnvloeden. Dit geldt vooral voor dure en luxeproducten, waaronder de vraag naar woningen, naar auto’s en dure consumentenelektronica.
Kennis
Kennis, of onwetendheid, kan het patroon van de consumentenvraag beïnvloeden. Als een rationele consument weet dat een product schadelijk of gunstig voor hem is, kan hij zijn vraag dienovereenkomstig verminderen of vergroten. In de wetenschap dat informatie en onwetendheid de vraag van de consument beïnvloeden, kunnen producenten proberen de consumptie te stimuleren door positieve en overtuigende reclame.
Individuele psychologie en gedragseconomie
Het werk van moderne economen, waaronder gedragseconomen, suggereert steeds meer dat de vraag naar goederen en diensten kan worden beïnvloed door de individuele psychologie en dat individuele beslissingen bovendien kunnen worden gemanipuleerd door andere individuen.
Gedragseconomie probeert het effect te begrijpen van individuele psychologische processen, waaronder emoties, normen en gewoonten, op individuele besluitvorming in een verscheidenheid aan economische contexten. Onderzoek door gedragspsychologen suggereert dat er verschillende biases aan het werk zijn die individueel consumentengedrag vormgeven.
Keuzearchitectuur
Gedragseconomen suggereren dat beslissingen niet onafhankelijk worden genomen van de context waarin de opties worden gepresenteerd. Hoe een bepaalde keuze wordt gepresenteerd – de keuze-architectuur – kan van grote invloed zijn op de gemaakte keuze. Een beslissing kan ook worden beïnvloed door de “keuzearchitect”. Een keuzearchitect is een persoon of organisatie die verantwoordelijk is voor de organisatie van de context waarin mensen beslissingen nemen. Een keuzearchitect kan een ouder, leerkracht, reclamemaker, leeftijdsgenoot, werkgever, de media of een politicus zijn. Keuzes zijn zelden neutraal en worden vaak op een of andere manier bemiddeld. Zo kan de plaats waar een product in een schap staat, van invloed zijn op de kans dat het wordt gekozen.
De invloed van reclame
Succesvolle reclame kan de vraag van de consument aanzienlijk beïnvloeden. Reclame kan de bekendheid van de consument met een product vergroten en de consumptie stimuleren.
Ga naar vraagcurves