“Crinkle” was een zeer toepasselijke naam. Toen ze door haar baasje uit een kattenasiel werd gered, was het duidelijk dat haar oor erg getraumatiseerd was. Zo erg zelfs dat het nauwelijks nog als oor te herkennen was.
Als de oorschelp (pinna) beschadigd raakt, zwelt deze op met bloed en vormt een grote bloedblaar of hematoom. Het is op dit punt dat meestal onze hulp wordt ingeroepen. Als het vroeg genoeg wordt behandeld, is meestal alleen een adequate drainage van het vocht dat de oorschelp doet zwellen nodig. Als het niet wordt behandeld, trekt het bloed in de oorschelp samen en stolt, waardoor de oorschelp gaat knellen en een “bloemkooloor” vormt, een proces dat veel lijkt op dat van rugbyspelers die in een scrum spelen.
Bij verdere beschadiging zal dit proces zich voortzetten, waardoor de gehoorgang verder vervormt en uiteindelijk wordt afgesloten. Dat was het probleem bij Crinkle, waar het niet mogelijk was om in de gehoorgang te kijken vanwege de verdikking van het ontstoken zachte weefsel die daarvan het gevolg was. Als gevolg daarvan was een infectie ontstaan en de enige manier waarop Crinkle comfortabel kon worden gehouden was door voortdurend antibiotica en pijnstillers te slikken.