Naast Led Zeppelin heeft Robert Plant een zeer succesvolle, veelgeprezen solocarrière – met invloeden uit synthpop, blues, folk en Afrikaanse muziek. Het succes van deze solocarrière heeft zelfs een belangrijke rol gespeeld in Plant’s aanhoudende tegenzin om Zeppelin te doen herrijzen. Hier volgen tien van zijn beste solotracks.
Tie Dye on the Highway (1990)
Dit is Plant’s knipoog naar de vredes- en liefdesgeneratie waar hij in de jaren 60 deel van uitmaakte. Voor extra authenticiteit bevat het samples, rechtstreeks van het Woodstock podium, van de legendarische hippie-vredesactivist Wavy Gravy (”we must be in heaven!”). Een opbeurende throwback naar zijn hippiebloementijd.
In The Mood (1983)
Al vroeg in zijn post-Zep-carrière wilde Plant maar al te graag buiten zijn comfortzone treden. Dit zeer jaren ’80 klinkende synth-geleide stuk is daar een voorbeeld van. Plant werkt slim rond de hypnotische kwaliteit van het nummer met een vocale prestatie van behendige behendigheid. Het was ook een geweldig openingsnummer tijdens zijn eerste solotournees.
Song To The Siren (2002)
Voor het Dreamland album, dat voornamelijk uit covers bestond, nam Plant een aantal nummers op die hij, zoals hij het zelf zei, in zijn achterzak had zitten. Dit verbluffende arrangement van de Tim Buckley klassieker, test Plant’s vocale beheersing tot het uiterste. Het siert hem dat hij geen moment aarzelt.
Calling To You (1993)
Ontspringt met wat tokkelwerk in mineur voordat deze opzwepende rocker echt losbarst. Plant geeft zijn autoriteit met een meedogenloze vocale aanval. Aan het einde van het nummer komt Nigel Kennedy in het spel om een manische vioolsolo toe te voegen.
Big Log (1983)
Het precieze gitaarwerk van Robbie Blunt, een zangerig drummachineritme en een verzekerde Plant-zang waren de ingrediënten die Big Log in 1993 in de UK top 20 brachten en daarna naar Top of The Pops. De zachte, radiovriendelijke kwaliteiten hebben er sindsdien voor gezorgd dat Big Log een vaste waarde in de ether is geworden.
Satan Your Kingdom Must Come Down (2010)
Deze meeslepende spirituele croon van het Band of Joy-album uit 2010 ontvouwt zich in een spaarzame traditionele setting. Plant bouwt de spanning vers na vers op terwijl achter hem een klagende banjo een vrolijk tegenwicht biedt aan het donkere thema van de teksten. De laatste regels worden met afschrikwekkende dreiging uitgesproken.
Slow Dancer (1983)
Dit nummer markeert een van de weinige gelegenheden in het begin van de jaren ’80 dat Plant recht in het gezicht van zijn Zeppelin verleden keek. Gebouwd op een exotisch lopend, kolkend riffje, evenaart Plant’s volledige vocale aanval de Olympiaanse grootsheid van zijn vroegere band. Wijlen Cozy Powell zorgt voor de percussieve kick die het geheel voortstuwt.
Embrace Another Fall (2014)
Een werkelijk episch werk van zijn Lullaby…and the Ceaseless Roar-album. Er zit een Afrikaanse onderstroom in het arrangement en zelfs een vleugje Keltische traditie met de Welshe Julie Murphy die een 14e eeuws gedicht voordraagt. Een bewijs dat Plant muzikaal nog steeds nieuwe wegen kan bewandelen.
Come Into My Life (1993)
Op het Fate Of Nations album putte Plant uit een verscheidenheid aan invloeden en inspiratiebronnen. Folk rock van de hoogste orde staat hier op het programma. Fairport legende Richard Thompson draagt bij met een aantal prachtige gitaarlijnen, terwijl Marie Brennan van Clannad Plant’s vlotte zinswendingen aanvult. Een uitstekend optreden.
Ship of Fools (1988)
Het album Now And Zen uit 1988 was een soort waterscheiding voor Plant. Het was het punt waarop hij in staat was om zijn verleden met het heden te verzoenen. Deze dynamische ballade is een masterclass in vocale terughoudendheid. Het sublieme intro van gitarist Doug Boyle maakt de weg vrij voor Plant om het nummer vocaal naar zijn hand te zetten. Meesterlijk.