Heb je ooit van de tuatara gehoord? Het is een reptiel dat vogels onthoofdt met zijn zaagachtige kaken, ongeveer 100 jaar oud kan worden en actief kan blijven bij temperaturen rond het vriespunt.
Het is ook de enige overlevende van een geslacht zo oud als de eerste dinosaurussen.
Mei 2017 is het 150 jaar geleden dat voor het eerst werd erkend dat de tuatara geen hagedis was.
De meeste tuatara’s komen voor op winderige eilanden voor de kust van Nieuw-Zeeland, waar ze hun dagen doorbrengen in holen of zich lui koesteren in de zon.
Avonds zijn ze actiever, en gebruiken ze hun grote ogen om een verscheidenheid aan prooien te spotten, zoals kevers, spinnen en slakken. Af en toe eten ze ook hagedissen, kikkers, baby tuatara’s en vogels – de koploze lichamen van vogels worden niet zelden van hun eilandbewoners gemeld.
Hoewel ze in staat zijn tot snelle uitbarstingen, hebben tuatara’s de reputatie traag te zijn. Ze groeien langzaam, planten zich langzaam voort en leven lang.
Interessant is dat ze het meest actief zijn bij koele temperaturen (5-18℃) die veel andere reptielen zouden uitschakelen. Nieuw-Zeelandse hagedissen hebben vergelijkbare eigenschappen, wat suggereert dat deze kenmerken relatief recente aanpassingen aan de lokale omstandigheden zijn.
De tuatara wordt vaak een derde oog genoemd vanwege een lichtgevoelig orgaan op de bovenkant van zijn kop, vergelijkbaar met de organen die bij veel hagedissen voorkomen.
Oeroud isolement
Voorouders van de tuatara hebben zich waarschijnlijk op het land van Nieuw-Zeeland bevonden sinds dit zich zo’n 80 miljoen jaar geleden heeft afgescheiden van de rest van het supercontinent Gondwana. In die tijd hebben ze te maken gehad met grote veranderingen in de vorm en grootte van de regio (Nieuw-Zeeland lag 23 miljoen jaar geleden misschien grotendeels onder water) en, tot voor kort, een afkoelend klimaat.
Uit recente fossielen van de afgelopen paar duizend jaar blijkt dat tuatara’s wijdverspreid waren over het vasteland totdat de mens (met Pacifische ratten) ongeveer 750 jaar geleden arriveerde.
Tuatara’s worden nu bedreigd door klimaatverandering. Dit komt doordat het geslacht van een tuatara wordt bepaald door de temperatuur waarin hun eieren worden gelegd – stijgende temperaturen zullen de populaties doen overhellen naar mannetjes.
Hopenlijk zullen herintroducties op het vasteland naar koelere breedtegraden dit probleem verminderen. Fokprogramma’s in gevangenschap tonen ook tekenen van succes.
Een bijzondere plaats in de biodiversiteit
De aanvankelijke bewering dat de tuatara geen hagedis is, was gebaseerd op anatomische verschillen, zoals de aanwezigheid van een tweede rij boventanden, die bij geen enkele hagedis wordt gezien.
Door latere genetische en fossiele ontdekkingen is bevestigd dat de tuatara een aparte afkomst heeft.
We weten nu dat de tuatara het enige levende lid is van Rhynchocephalia, een reptielengroep die tussen 240 miljoen en 60 miljoen jaar geleden divers en wijdverbreid was. Tot zijn fossiele verwanten behoorden kleine carnivoren met schaarachtige kaken, grote lompe herbivoren, en zelfs aquatische vormen met verpletterende tandplaten.
De tuatara wordt vaak een “levend fossiel” of zelfs een “levende dinosaurus” genoemd. Hoewel deze benamingen wetenschappelijk niet zinvol zijn, weerspiegelen zij een wijdverbreide waardering dat de tuatara een speciale plaats inneemt in het dierenrijk.
De diergroep die bekend staat als “gewervelde amnioten” omvat meer dan 30.000 soorten, verdeeld over zes grote radiaties: zoogdieren (5.416 soorten), schildpadden (341), krokodilachtigen (25), vogels (ten minste 15.845), hagedissen en slangen (10.078), en (tuatara).
Als enig levend lid van Rhychocephalia, en enige levende neef van Squamata (hagedissen en slangen), speelt de tuatara een belangrijke rol bij het begrijpen van de evolutie van alle dieren met een ruggengraat.
Recente bijdragen aan de wetenschap
Ondanks enkele honderden onderzoeksartikelen over de tuatara, leren we nog steeds nieuwe dingen over deze soort.
De oorsprong van mannelijke geslachtsorganen
Nieuw onderzoek van tuatara-embryo’s wijst uit dat hoewel volwassen mannelijke tuatara’s geen uitwendige geslachtsorganen hebben (dat wil zeggen, ze hebben geen uitwendige penis), hun voorouders wel een soort penis bezaten.
Dit bewijs ondersteunt op zijn beurt de hypothese dat uitwendige genitaliën slechts eenmaal zijn ontstaan bij amniotes (zoogdieren, vogels, krokodillen, hagedissen, tuatara’s), maar sindsdien drastische wijzigingen hebben ondergaan en zelfs verloren zijn gegaan bij sommige groepen vogels en ook bij een voorouder van de tuatara.
Biomechanica van het bijten
De frame-achtige schedel van de tuatara is ook een belangrijk onderwerp voor de biomechanica geworden.
Er zijn geavanceerde computermodellen gebruikt om de spieractiviteit, de bijtkracht, de sensorische feedback van de kaakgewrichten en de spanningsverdeling in de botten tijdens het bijten te voorspellen.
Deze modellen hebben ook aangetoond dat de schuivende werking van de onderkaak gepaard gaat met tand-op-tand contact en dat de zachte-weefselverbindingen tussen de botten belangrijk zijn om de spanning gelijkmatiger over de schedel te verdelen.
Hoe knieschijven zich ontwikkelden
Onlangs is met behulp van röntgen-micro-CT-scans van verschillende tuatara-specimens vastgesteld welke sesambeentjes – structuren in gewrichten zoals de knieschijf – waarschijnlijk relatief oud en welke relatief nieuw zijn.
Cultuur, mythen en legenden
De tuatara is een nationaal icoon in Nieuw-Zeeland, waar hij voorkomt op de munt van vijf cent en op diverse postzegels.
Verder heeft de tuatara ook zijn naam gegeven aan een brouwerij, een muziekgroep, een DC superheld, een accommodatie voor rugzaktoeristen, een reisorganisatie, een wetenschappelijk tijdschrift, een bedrijf dat hoesjes voor mobiele telefoons verkoopt en, zonder enige ironie, een V8 sportwagen die een topsnelheid van 444 km per uur kan halen.
Tuatara’s zijn zeer belangrijk voor de māori cultuur. Het woord “tuatara” is zelf māori en betekent “pieken op de rug” (verwijzend naar de kam langs zijn nek en rug). Tuatara’s worden beschouwd als “taonga” (schat), als bewakers van kennis, en soms in verband gebracht met slechte voortekens.
Een merkwaardige legende die in verband wordt gebracht met de tuatara is die van de cenaprugwirion, een “merkwaardig hagedisachtig reptiel van 1 voet lang, dat holen zou bewonen in en rond Abersoch in Noord-Wales”.
Voordat tuatara’s in 1895 werden beschermd, werden ze vaak in Europa ingevoerd als huisdieren en curiosa. Sommigen hebben gesuggereerd dat deze dieren ontsnapte tuatara’s uit die tijd zouden kunnen zijn.
Tuatara’s zijn vaak in het nieuws. In de jaren tachtig was de wilde populatie tuatara’s het doelwit van stropers die ervan werden verdacht de dieren te verkopen in ruil voor drugs.
Henry de tuatara verwierf de status van beroemdheid toen hij op zijn 111e vader werd en enkele jaren later prins Harry ontmoette.
Volg de hashtag #150NotALizard om te vieren dat tuatara 150 jaar geleden werd ontdekt.
Plaatsen om tuatara’s te zien zijn onder meer Chester Zoo (VK), Dallas Zoo (VS), Aquarium Berlin (Duitsland), Taronga Zoo (Australië) en Southland Museum Invercargill (Nieuw-Zeeland).