Tussen 1609 en 1614 werd op koninklijk bevel bijna de gehele vroegere moslimbevolking van Spanje, bekend als de moriscos, het land uitgezet. De deportatie betrof enkele honderdduizenden mensen en deed in dat opzicht het veel bekendere edict tot verbanning van de Spaanse Joden, dat in 1492 werd opgesteld, in de schaduw staan. De uitwijzing van de moriscos wordt genoemd in algemene Engelstalige overzichten van het vroegmoderne Spanje en er bestaat een uitgebreide Spaanse literatuur over het onderwerp, maar het volledige verhaal is al vele jaren niet meer in het Engels verteld. Het goed onderbouwde verslag van journalist Matthew Carr over het officiële einde van 900 jaar moslimaanwezigheid in Spanje is zorgvuldig geschreven en grondig gedocumenteerd.
Carr geeft een kort verslag van de aanvankelijke Moslim verovering van het grootste deel van Spanje na 711, en de gebeurtenissen tussen de Christelijke verovering van het grootste deel van het Iberische schiereiland, die tegen de 13de eeuw had plaatsgevonden, en de verovering in 1492, door de “Katholieke Vorsten”, Ferdinand en Isabella, van de laatste Moslim staat in Spanje, het emiraat van Granada. Carr staat terecht sceptisch tegenover moderne voorstellingen over zogenaamd vreedzame betrekkingen van coëxistentie (convivencia) tussen moslims en hun christelijke en joodse buren tussen 711 en de val van het kalifaat van Córdoba in 1031. Hij wijst op de voortdurende spanningen, die vaak tot geweld leidden, tussen de drie religieuze gemeenschappen, of ze nu onder moslim- of christelijke heerschappij stonden, hoewel hij zich vooral concentreert op wat er na 1492 met de moslimbevolking in het door christenen geregeerde Spanje gebeurde.
Na een duidelijk en eerlijk verslag te hebben gegeven van de verslechtering en het einde van het openlijk joodse leven tussen 1390 en 1500, richt Carr zich op wat er na 1492 met de moslims van Spanje gebeurde. Hij beschrijft de gestage achteruitgang van de levensomstandigheden voor deze moslims, tussen toen en 1614. Aanvankelijk stond de overeenkomst voor de overgave van Granada de Moslims toe om godsdienstvrijheid te behouden, evenals hun tegenhangers in de Kroon van Aragon en, in het bijzonder, het koninkrijk van Valencia. Spoedig echter nam de druk van de christelijke missionarissen toe en in 1502 werden alle overblijvende moslims in de Kroon van Castilië bevolen zich tot het christendom te bekeren of te vertrekken. De maatregelen die eerder tegen de joden waren genomen, waaronder het optreden van de inquisitie, werden dus ook op de moslims toegepast. Maar terwijl de joden geen externe staat hadden om hun belangen te verdedigen, kregen de moriscos steun van islamitisch Noord-Afrika en het zich uitbreidende Ottomaanse Rijk. Er ontstond een klimaat van wantrouwen tussen de moriscos en de “oud-christelijke” (Cristiano Viejo) meerderheid, waarbij de eerstgenoemden vaak werden beschouwd als een soort “vijfde colonne”, of “vijand van binnenuit”. De druk die van deze situatie uitging, zou Filips III er uiteindelijk toe brengen de uitwijzing van alle bekeerde moslims te gelasten. Achteraf gezien leek dit resultaat onvermijdelijk, na de gewelddadige morisco-opstand in de Alpujarras, bij Granada, tussen 1568 en 1570.
Relenteloos verhaalt Carr over de pijnlijke stappen naar de ontknoping van de massale uitzetting tussen 1609 en 1614. Hoewel er overtuigend bewijs is dat niet alle moriscos werden verdreven – een minderheid werd, niet in het minst door sommige edelen, beschouwd als gewaardeerde leden van de gemeenschap – veranderde deze drastische en brutale maatregel de Spaanse samenleving voorgoed. Het is een belangrijk verhaal dat hier goed verteld wordt en Carr’s nawoord extrapoleert rechtstreeks van de 17de-eeuwse Spaanse gebeurtenissen naar interreligieuze spanningen vandaag. Het punt is goed gemaakt. Hedendaagse verslagen van de pijnlijke tocht van morisco-vluchtelingen door Spanje, na eerdere gedeeltelijke verdrijvingen uit het koninkrijk Granada in 1502 en 1570, kunnen niet anders dan resoneren met degenen die getuige zijn van moderne migranten- en vluchtelingenbewegingen.
Dit is een betrouwbaar, zij het vaak schrijnend, verslag van een trieste episode in de Spaanse en Europese geschiedenis, die het verdient meer bekendheid te krijgen.
Blood and Faith: The Purging of Muslim Spain, 1492-1614
Matthew Carr
Hurst 427pp £12.99
John Edwards is historicus van Spanje aan de universiteit van Oxford. Zijn boeken zijn onder meer Ferdinand en Isabella (Longman, 2005) en Mary I: the Daughter of Time (Allen Lane, 2016).