Onze blogs worden geschreven door een toegewijd team van auteurs die even gepassioneerd zijn over het delen van hun inzichten, perspectieven en persoonlijke ervaringen.Met een focus op…Read More
Diegenen met een posttraumatische stressstoornis (PTSS) ervaren een onbedwingbare angst die gerelateerd is aan een trauma uit het verleden. Met symptomen als opdringerige gedachten (ongewenste herinneringen), hypervigilantie (overdreven schrikreactie), slapeloosheid en emotionele uitbarstingen, begrijpen overlevenden vaak niet hoe ze plotseling zo oncontroleerbaar zijn geworden in hun eigen geest en lichaam.
Dieper graven
Ondanks dat er nog geen duidelijke consensus is over wat er precies “fout” is gegaan in de hersenen, hebben een paar professoren van de University of Michigan Medical School een nieuwe theorie over PTSS naar voren gebracht die is gebaseerd op tientallen jaren van eerder onderzoek. In een nieuw artikel, gepubliceerd in Neuron, stellen zij voor dat PTSS-patiënten lijken te lijden aan een verstoorde contextverwerking. Dit is in wezen een kernfunctie van de hersenen die ons in staat stelt de juiste (of redelijke) emotionele of fysieke reactie op de huidige ontmoeting op te roepen.
Een eenvoudig voorbeeld, zo schrijven de auteurs, is het herkennen dat een bergleeuw die in zijn habitat in de dierentuin wordt gezien, geen angstige reactie vereist, terwijl dezelfde leeuw die onverwachts in je achtertuin ligt, dat waarschijnlijk wel doet. Mensen met PTSS reageren echter een beetje anders. Wanneer zij een prikkel tegenkomen die verband houdt met het trauma dat zij eerder hebben meegemaakt (in mijn geval, rammelende sleutels), kan dat een angstreactie oproepen, zelfs wanneer zij zich in een veilige omgeving bevinden (een flashback van het gevangenisleven terwijl zij door de gangpaden van een kruidenierswinkel lopen).
Bij het verwerken van de context is een hersengebied betrokken dat de hippocampus wordt genoemd, en de verbindingen daarvan met twee andere gebieden, de prefrontale cortex en de amygdala, een amandelvormige massa diep in de hersenen die verantwoordelijk is voor overlevingsgerelateerde dreigingsidentificatie. Onderzoek heeft aangetoond dat de activiteit in deze hersengebieden ontregeld raakt bij PTSS-patiënten, wat ertoe leidt dat ze voortdurend in een reactieve toestand verkeren en dus niet in staat zijn hun reacties aan te passen aan hun huidige contexten.
Stappen op weg naar begrip
Het UM-team denkt dat hun theorie tientallen jaren aan gegevens uit het verleden kan verenigen door aan te tonen hoe een verstoring in deze hersenbanen de contextverwerking kan verstoren en de meeste symptomen van PTSS kan verklaren – gebieden waar eerdere theorieën tekort zijn geschoten.
Een beter begrip van PTSS zal helpen op het gebied van verslaving, omdat veel traumapatiënten overgaan op middelenmisbruik als een manier om zichzelf te behandelen. Gelukkig merken de onderzoekers op dat er een groeiend aantal therapeutische middelen bestaat die patiënten met PTSS kunnen helpen. Cognitieve gedragstherapie, mindfulnesstraining en farmacologische benaderingen zijn allemaal bewezen effectieve methoden voor patiënten naarmate onderzoekers meer leren over hoe de contextverwerkingsmogelijkheden in de hersenen te versterken.