Elite Theorie

Abstract

De term ‘elite’ betekende oorspronkelijk, en betekent in veel contexten nog steeds, de beste, de uitmuntendste, de nobelste, of de crème de la crème. Het begrip begon begin deze eeuw algemeen ingang te vinden in de sociale wetenschappen nadat het als centraal idee was overgenomen door de Italiaanse theoretici Gaetano Mosca en Vilfredo Pareto. Mosca beweerde dat in alle samenlevingen “twee klassen van mensen voorkomen – een klasse die regeert en een klasse die wordt geregeerd” (1939, p. 50). Pareto definieerde een elite op zijn eenvoudigst als die individuen die de hoogste indexen van uitmuntendheid hebben in een bepaalde activiteit, of het nu gaat om treinroof, vissen, politieke wetenschappen, of grote zaken. Maar hij verdeelde deze vele elites ook in een bestuurlijke elite, bestaande uit alle leiders die direct of indirect een rol spelen in het besturen van de samenleving, en een niet-besturende elite die de rest van de elites uitmaakt (1935, vol. 3, pp. 1422-4). Soms beschreven Pareto en Mosca allebei de heerschappij van de elite als de dominantie van degenen die het best kunnen regeren over de niet-elite of de massa, maar in de praktijk lieten zij al snel de veronderstelling vallen dat de regerende elite altijd een echte aristocratie is (de heerschappij van de besten). Regerende elites worden gewoonlijk onderverdeeld in militaire, religieuze en commerciële aristocratieën. En de sociale basis van een regerende elite kan open of gesloten zijn, maar is altijd vatbaar voor uitdaging of verdringing door een tegenelite: “History is the graveyard of aristocracies” (Pareto, 1966, p. 249).

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *