Albizia julibrissin
Bladeren: Bladverliezend. Bladeren zijn 15″ lang, dubbel samengesteld met 40-60 kleine blaadjes. Donkergroene kleur. Bladeren vaak pas eind mei of begin juni uit. Geen herfstkleur. De bladeren sterven groen af bij vorst.
Bast/twijgen: Gladde, grijsbruine schors.
Bloemen/vruchten: De bloemen zijn licht- tot dieproze en geurend. Talrijke draadvormige meeldraden van 1 cm lang, hebben een blaasbal- of borstelachtig effect. Bloeit in de zomer (mei tot augustus). De vrucht is een dunne, afgeplatte, 4-6″ lange en 1″ brede peulvrucht. De peulen vormen zich in september tot oktober en blijven in de winter staan.
Volwassen grootte en vorm: Klein tot middelgroot. 20-30’h bij spreiding vergelijkbaar of groter in breedte. Vaasvormig, vaak meerstammig. Breed spreidende, vlakke kroon.
Algemene informatie/specialiteiten: Plant in de volle zon. Verdraagt droogte. Verdraagt zoute grond en harde wind.
Landschapsgebruik en onderhoud: Specimen boom. Kan in de buurt van hoogspanningsleidingen worden geplant. Snel groeiend. Veel onderhoud. Bloemen, zaden en bladeren zijn rommelig. De boom kan er haveloos uit gaan zien en moet gesnoeid worden. Transplanteert gemakkelijk.
USDA winterhardheidszone: 6-10
Familie/afkomst: Fabaceae – peulvrucht. Inheems van China tot Iran.
Campusgebruik: Ongewoon. Te vinden ten westen van Social Work (Gebouw 26) langs South Campus Drive.