In de eerste stap van PDT voor de behandeling van kanker wordt een fotosensibiliserend middel in de bloedbaan geïnjecteerd. Het middel wordt door cellen in het hele lichaam geabsorbeerd, maar blijft langer in kankercellen aanwezig dan in normale cellen. Ongeveer 24 tot 72 uur na de injectie (1), wanneer het grootste deel van het middel de normale cellen heeft verlaten maar nog in de kankercellen aanwezig is, wordt de tumor aan licht blootgesteld. De fotosensibilisator in de tumor absorbeert het licht en produceert een actieve vorm van zuurstof die nabijgelegen kankercellen vernietigt (13).
Naast het direct doden van kankercellen, lijkt PDT tumoren op twee andere manieren te doen krimpen of vernietigen (14). De fotosensibilisator kan de bloedvaten in de tumor beschadigen, waardoor de kanker geen noodzakelijke voedingsstoffen meer krijgt. PDT kan ook het immuunsysteem activeren om de tumorcellen aan te vallen.
Het licht dat voor PDT wordt gebruikt kan afkomstig zijn van een laser of andere bronnen (2, 5). Laserlicht kan door glasvezelkabels (dunne vezels die licht doorgeven) worden geleid om licht af te geven op plaatsen in het lichaam (2). Een glasvezelkabel kan bijvoorbeeld via een endoscoop (een dunne, verlichte buis die wordt gebruikt om weefsels in het lichaam te bekijken) in de longen of slokdarm worden ingebracht om kanker in deze organen te behandelen. Andere lichtbronnen zijn lichtgevende diodes (LEDs), die kunnen worden gebruikt voor oppervlaktetumoren, zoals huidkanker (5).
PDT wordt gewoonlijk poliklinisch uitgevoerd (6). PDT kan ook worden herhaald en kan worden gebruikt in combinatie met andere therapieën, zoals chirurgie, bestralingstherapie of chemotherapie (2).
Extracorporeale fotoferese (ECP) is een soort PDT waarbij een machine wordt gebruikt om de bloedcellen van de patiënt te verzamelen, deze buiten het lichaam te behandelen met een fotosensibiliserende stof, ze bloot te stellen aan licht en ze vervolgens terug te geven aan de patiënt. De Amerikaanse Food and Drug Administration (FDA) heeft ECP goedgekeurd om de ernst van de huidsymptomen van cutaan T-cellymfoom dat niet op andere therapieën heeft gereageerd, te helpen verminderen. Momenteel wordt onderzocht of ECP ook kan worden toegepast bij andere bloedkankers, en ook om afstoting na transplantaties te helpen verminderen.