Friabiliteit (/ˌfraɪəˈbɪləti/ FRY-ə-BIL-ə-tee), de toestand van bros zijn, beschrijft de neiging van een vaste stof om in kleinere stukken te breken onder dwang of contact, vooral door wrijven. Het tegenovergestelde van brokkelig is onzuiver.
Stoffen die als gevaarlijk worden aangemerkt, zoals asbest of kristallijn silica, worden vaak brokkelig genoemd als kleine deeltjes gemakkelijk losraken en in de lucht terechtkomen, en dus inhaleerbaar worden (in staat om in de longen te komen), wat een gevaar voor de gezondheid oplevert.
Taaiere stoffen, zoals beton, kunnen ook mechanisch worden vermalen en tot fijn verdeeld mineraal stof worden gereduceerd. Dergelijke stoffen worden echter over het algemeen niet als kruimelig beschouwd omdat het moeilijk is de chemische bindingen van de stof mechanisch te verbreken. Sommige stoffen, zoals polyurethaanschuim, vertonen een toename in brosheid bij blootstelling aan ultraviolette straling, zoals zonlicht.
Kruimelig wordt soms metaforisch gebruikt om “broze” persoonlijkheden te beschrijven die door schijnbaar kleine prikkels kunnen worden “gewreven” om extreme emotionele reacties te produceren.