Petroleum-based fuels such as jet propellant (JP) 4, JP5, JP8, and jet A1 (JetA) are among the most common occupational chemical exposures encountered by military and civilian workforces. Hoewel acute toxiciteit na hoge blootstellingen aan JP8 en gelijkaardige chemische mengsels werd gerapporteerd, werd de relatie tussen persistente lage beroepsmatige blootstellingen aan jet brandstoffen en zowel acute als lange termijn functies van het centrale zenuwstelsel (CZS) relatief minder goed gekarakteriseerd. Dit artikel beschrijft de resultaten van neurocognitieve beoordelingen die herhaaldelijk werden uitgevoerd tijdens een werkweek (vrijdag tot vrijdag) in het kader van de Occupational JP8 Exposure Neuroepidemiology Study (OJENES), waarbij personeel van de Amerikaanse luchtmacht (AF) met verschillende niveaus van blootstelling aan vliegtuigbrandstof (JP8) werd betrokken. De JP8-blootstellingsniveaus werden gekwantificeerd aan de hand van persoonlijke luchtmonitoring en biomarkers in de urine. Neurocognitieve prestaties werden geëvalueerd aan de hand van een objectieve, gestandaardiseerde reeks tests. Er werden geen significante verbanden met neurocognitieve prestaties vastgesteld tussen personen met regelmatig contact en personen met minimaal/geen direct contact met JP8 (gemeten aan de hand van gemiddelde werkweekniveaus van persoonlijke ademzoneblootstelling). Er werden ook geen significante bevindingen vastgesteld tussen herhaalde metingen van geabsorbeerde dosis (multi-day pre-shift urinaire 1- en 2-naftol) en verminderde bekwaamheid in neurocognitieve taken tijdens de werkweek. De resultaten suggereren dat beroepsmatige blootstelling aan lagere (dan de gereglementeerde normen) niveaus van JP8 niet geassocieerd lijkt te zijn met acute, meetbare verschillen of veranderingen in neurocognitieve prestaties.