Meststof is een krachtig instrument dat planten kan helpen gedijen als het op de juiste manier wordt gebruikt. Als het verkeerd wordt toegepast, kan het niet alleen schadelijk zijn voor planten, maar ook voor het milieu.
Wanneer bemesten
Regelmatige bemesting houdt planten vitaal en productief. Als planten aarzelend groeien of geel beginnen te worden, kan kunstmest helpen. Als de planten krachtig en groen zijn, kunt u even wachten met het toedienen van meer meststof. Te veel kunstmest kan planten verbranden. Tomaten en bonen die te veel kunstmest krijgen, krijgen veel blad, maar weinig vruchten.
Groenten die in poreuze, goed gedraineerde grond groeien, moeten vaak worden gevoed. Gewoonlijk wordt gedurende het groeiseizoen om de drie à vier weken een uitgebalanceerde meststof toegediend. Stop niet met bemesten als er vruchten verschijnen – blijf bemesten als dat nodig is om de productie op peil te houden.
Groenten op kleigrond hebben minder meststoffen nodig dan die op zandgrond. Een toediening om de vier tot zes weken na het planten is meestal voldoende. Gewassen die op organische bodems groeien, hebben wellicht weinig extra meststoffen nodig – ook hier geldt dat u de kleur van de bladeren en de groeikracht van de plant als richtsnoer moet nemen. In tuinen waar de grond verrijkt is met organisch materiaal, zijn een of twee extra toedieningen met tussenpozen van drie tot vier weken meestal voldoende.
Wij raden meestal aan iets te kiezen met 2% fosfor of minder in overeenstemming met de Florida State Law, maar eetbare gewassen vormen hierop een uitzondering. Maar misschien heeft u geen extra fosfor nodig in uw moestuin; een bodemtest kan u helpen bepalen welke voedingsstoffen u echt nodig heeft.
Typen meststof
Er zijn veel opties voor de manier waarop u voedingsstoffen naar uw planten brengt. Veel tuiniers gebruiken een combinatie van verschillende meststoffen en technieken. Probeer korrelige producten of mest te gebruiken om de belangrijkste voedingsstoffen te leveren en vloeistoffen om kleine tekortkomingen te verhelpen of de groei snel te stimuleren.
Droge meststof
Droge meststof kan op vele manieren worden toegepast. Strooi het over de hele tuin, in een rij of rond afzonderlijke planten. U kunt droge meststof (1 pond voor elke 100 vierkante meter tuin of 100 meter rij) over het hele tuinperceel uitstrooien voordat u gaat planten. Na het planten kunt u de meststof zijdelings in de rijen planten strooien. De meststof moet 2 tot 5 centimeter opzij en 1 tot 2 centimeter onder het zaadniveau of de plantenrij worden aangebracht. Breng de meststof niet aan als de bladeren nat zijn en geef daarna water om deeltjes van de bladeren te verwijderen. Voor de beste resultaten gebruikt u kleine hoeveelheden of lichte concentraties meststof, en verspreidt u deze over de wortelzone.
Dierlijke mest
Gecomposteerde dierlijke meststoffen die in plaats van anorganische meststoffen worden gebruikt, kunnen het beste als zijdelingse bemesting worden toegepast, d.w.z. dat ze naast de rijen worden geplaatst.
Wateroplosbare meststof
Wateroplosbare meststoffen zijn vaak nuttig als een snelle oppepper voor groenten. Vloeistoffen of kristallen gemengd met water worden zo vaak als eenmaal per week toegediend. De voedingsstoffen, die gemakkelijk door een tuinier met een gieter kunnen worden verspreid, zijn direct beschikbaar voor de planten. Deze meststoffen zijn vooral handig voor in bakken gekweekte planten.
Bloemvoeding, een techniek waarbij planten worden besproeid met verdunde vloeibare meststoffen, maakt zelden deel uit van het reguliere onderhoud. Gebruik het in plaats daarvan voor een speciale stimulans of als aanvulling op micronutriënten zoals ijzer, mangaan of zink.
Verontreiniging voorkomen
Om waterverontreiniging door uitspoeling en afspoeling van voedingsstoffen te voorkomen, moet u altijd de volgende stappen volgen wanneer u uw moestuin bemest.
- Volg de aanbevelingen van UF/IFAS. Ideale doseringen, bemestingstijden en formules zijn verschillend voor verschillende planten.
- Houd kunstmest weg van harde oppervlakken. Als kunstmest wordt gemorst op een harde ondergrond (zoals een oprit), veeg het dan op en gooi het weg. Meststoffen kunnen in het riool terechtkomen en van daaruit in een nabijgelegen watermassa.
- Bemest niet voor een zware regenbui. Als er regen wordt voorspeld in de komende vierentwintig uur, wacht dan met het toedienen van kunstmest. Regen kan meststoffen van het landschap spoelen of in het grondwater doen terechtkomen, wat tot verontreiniging kan leiden.
- Ken uw waterbron. Als u geregenereerd/gerecycled water gebruikt voor irrigatie, houd er dan rekening mee dat het nutriënten kan bevatten, waaronder stikstof, en pas de hoeveelheid die u bemest daarop aan.