Definitie
zelfstandig naamwoord, meervoud: halofielen
Een organisme dat gedijt in een omgeving met een hoog zoutgehalte
Een halofiel is een organisme dat leeft in een omgeving met een hoog zoutgehalte, zoals een oceaan en vaste zoutkristallen. Halofielen gedijen in habitats met een hoge zoutconcentratie, zoals in het Grote Zoutmeer in Utah en het Owensmeer in Californië.
Halofielen kunnen worden omschreven als licht, matig of extreem halofiel, gebaseerd op de mate van hun tolerantie voor zout. Lichte halofielen zijn soorten die goed gedijen bij een zoutgehalte van 1,7 tot 4,8%. Gematigde halofielen verkiezen een zoutgehalte van 4,7 tot 20%. Extreme halofielen hebben een voorkeur voor 20 tot 30% zout.1 Deze laatsten worden ook wel extreme halofielen of hyperhalofielen genoemd.
Halobacteriën (nu Haloarchaea) zijn archaea die een voorkeur hebben voor een omgeving die verzadigd is met zout. Salinibacter ruber is een ander extreem halofiel organisme. Het is een rode bacterie die wordt aangetroffen in zoutkristallisatievijvers in Alicante en Mallorca, Spanje. Hij groeit optimaal in een omgeving met een zoutgehalte tussen 20 en 30%. Hij kan niet leven in een omgeving met een zoutconcentratie van minder dan 15%. Wat eukaryoten betreft, zijn de schimmel Wallemia ichthyophaga en de groene alg Dunaliella salina voorbeelden van halofielen. Pekelkreeftjes en de larven van pekelvliegen zijn ook eukaryote halofielen.
Halofielen zijn in staat in een zoute omgeving te leven omdat zij interne organische oplosmiddelen kunnen accumuleren die de osmotische stress van hun omgeving kunnen compenseren. Andere zijn in staat zure eiwitten te produceren die de solvatie verhogen en daardoor beter functioneren in een omgeving met een hoog zoutgehalte.2
Woordoorsprong: halo- (zout) + phile (liefde)
Ook wel:
- halofiel
Zie ook:
- extremofiel
Gerelateerde term(en):
- hyperhalofiel
Vermeld in:
- Chemotroof