Pidgin – Hawaii’s derde taal
Pidgin is het Hawaiiaans Engels en het klinkt zo – Eh, howzit? Wassamattah you? Cannah talk da kine? (Hé, hoe gaat het? Wat is er aan de hand? Kun je geen Pidgin spreken?). Je hoort dit soort taal nergens anders in de wereld dan in Hawaï. Daarom wordt Pidgin ook beschouwd als een lokale attractie, om het zo maar te zeggen. Als u Engels als moedertaal heeft zult u de betekenis nog wel snappen, maar als u dat niet bent kan het moeilijk te begrijpen zijn.
Omdat veel toeristen Pidgin aantrekkelijk vinden, huren lokale reisorganisaties graag Pidgin-sprekers in als klantenservicemedewerkers, omdat ze met dit accent aan de telefoon praten en toeristen dat leuk vinden, waardoor ze eerder geneigd zijn te kopen.
In feite heeft Pidgin zijn eigen woordenschat en grammatica. In de boekwinkels kun je zelfs een Pidgin woordenboek vinden en kopen en een Bijbel genaamd “Da Jesus Book,” die volledig in Pidgin is geschreven.
Pidgin is afkomstig van de plantagearbeiders, die in de 19e eeuw naar Hawaii kwamen. Pidgin heeft wat Chinese, Japanse, Portugese en zelfs andere invloeden.
Enkele veel voorkomende Pidgin woorden en zinnen
Brah / bruddah: broer of maat. De meeste mannen verwijzen op deze manier naar elkaar.
Broke da mout: heerlijk
Bumbucha: heel groot
Chicken skin: kippenvel
Fo’ what: why
Fo’ real: really
Garans: gegarandeerd
Malen: om te eten
Hana hou: nog één keer
Hele op: laten we gaan, in beweging komen
Howzit: Hoe gaat het met je?
Huhu: boos, kwaad
Keiki: kind
Kokua: zorg, hulp
Like beef?: zin om te vechten?
Lolo: dom, gek
Lua: badkamer
Moke: grote, stoere local
Nevah: nooit
Opake: geest
Opu: buik
Okole: billen
Ono: heerlijk
Pau: klaar, af
Pupus: voorgerechten
Spahk: check it out
Stinkoog: een heel vieze blik
Stink praten: iemand uitschelden
Tita: een heel stoer meisje
Tutu: grootmoeder
Tutu kane: grootvader
Whaddsdascoops: Wat is er aan de hand?