Het volgende artikel is met toestemming overgenomen uit A Historical Atlas of the Jewish People onder redactie van Eli Barnavi en uitgegeven door Schocken Books.
In het proces van consolidatie van de Romeinse heerschappij in Palestina was de ostentatieve en wrede regering van Herodes in alle opzichten een overgangsperiode. Het maakte de transformatie mogelijk van de heerschappij van de Hasmoneese vazalkoningen naar het opleggen (na de korte regering van Archelaus, Herodes’ zoon) van direct Romeins bestuur en de schepping van de provincie Judea.
De Herodiaanse monarchie bracht een politieke en sociale revolutie tot stand die niet minder dramatisch was dan de grote veranderingen die door de Hasmoneeërs tot stand waren gebracht. Als afstammeling van een Idumese familie die zich slechts twee generaties eerder tot het Jodendom had bekeerd, was Herodes gedwongen aanhang te zoeken bij sociale groepen die niet verbonden waren met de Hasmoneese dynastie.
Om die reden riep hij uit de diaspora verschillende voorname priesterlijke families terug, zoals de Phabi, de Kathros en de Boethus. Deze mannen hadden niet deelgenomen aan de omwentelingen tijdens Herodes’ strijd om de macht, en, afkomstig uit de Hellenistische diaspora, waren zij, net als Herodes zelf, gevoed met de Grieks-Romeinse cultuur. De koning trachtte duidelijk de Hasmoneese aristocratie te vervangen door een eigen aristocratie, steunend op de Joodse gemeenschappen in het Parthische Oosten en het Romeinse Westen. Het was daarom niet verwonderlijk dat, tijdens zijn bewind, een groot Babylonisch geleerde als Hillel de Oudere een prominente plaats innam onder de Farizeeën van Jeruzalem.
Herodes had twee belangrijke eigenschappen: absolute loyaliteit aan Rome, en politieke dapperheid, die hij met buitengewone wreedheid uitoefende door alle tekenen van oppositie, zelfs binnen zijn eigen familie, uit te roeien. Hij aarzelde niet om verschillende van zijn eigen zonen te executeren die hij ervan verdacht tegen hem samen te zweren, evenals zijn favoriete vrouw, de Hasmoneeër Mariamne (of Mirjam). Dit leverde hem het gezegde op dat aan Augustus wordt toegeschreven: “Het is beter Herodes’ varken te zijn dan zijn zoon.”
Aan de andere kant wist Herodes goed genoeg hoe hij in de gunst moest komen bij zijn meesters. Hij werkte hard aan de betrekkingen met Augustus en met Agrippa, de Romeinse gouverneur van de oostelijke provincies en de door Augustus aangewezen erfgenaam. De twee vleugels van zijn grootse paleis in Jeruzalem werden Agtippium en Caesarium genoemd. In feite deed Herodes alles wat hij kon om betrokken te worden bij de ingewikkelde strijd die leidde tot de vestiging en consolidatie van het Principaat.
De centralisatie van het nieuwe regime bood de client-koning echter niet de mogelijkheid om een onafhankelijke en krachtige buitenlandse politiek te voeren. Deze beperking zou gedeeltelijk de enorme energie kunnen verklaren die hij in grandioze bouwprojecten stak.
De juwelen in de kroon van de Herodiaanse architectuur waren twee nieuwe steden. Caesarea, aan de kust, versierd met alle openbare bouwwerken van een Romeinse stad (theater, amfitheater, hippodroom), moest de belangrijkste havenstad van de toekomstige provincie worden en de zetel van de procurator. Sebaste, gesticht in de buurt van het oude Samaria, moest de koning voorzien van trouwe soldaten.
Er waren ook de koninklijke citadellen die overal in het land werden opgericht, vaak op plaatsen waar vroeger Hasmoneese bouwwerken stonden. Het beroemdste voorbeeld is Masada. Deze geïsoleerde rots aan de rand van de woestijn van Judea werd versterkt in de Hasmoneeën periode, en later door Herodes omgebouwd tot een prachtig paleis en fort. Een andere citadel, Herodium, gebouwd op een heuvel in Bethlehem, was door Herodes bedoeld als zijn begraafplaats, in navolging van mausolea gebouwd door Augustus.
Andere forten keken uit over de woestijn van Judea. De route van de vallei van Jericho naar Jeruzalem was inderdaad van groot strategisch belang. Toch was strategie niet het enige motief: in deze prachtige winterpaleizen kon de koning zich ontspannen en leven zoals hij wilde, ver weg van de verwijtende ogen van orthodoxe onderdanen in Jeruzalem.
Jeruzalem werd echter niet verwaarloosd. Niet alleen verfraaide hij zijn hoofdstad in Romeinse stijl, maar met het idee zichzelf te vereeuwigen en tegelijkertijd zijn trouw aan het jodendom te tonen, herbouwde Herodes ook de Tempel in prachtige proporties. Zelfs de wijzen, die zijn gedrag in privé en publieke zaken afkeurden, konden niet anders dan hun bewondering voor zijn prachtige Tempel uitspreken en zeiden: “Wie het gebouw van Herodes niet heeft gezien, heeft nog nooit een mooi gebouw gezien.”