Hoewel er bij het redigeren veel gevallen zijn waarin het verwijderen van redundantie de duidelijkheid ten goede komt, wordt het zuiver-logische ideaal van nul redundantie in menselijke talen maar zelden gehandhaafd. Bill Bryson zegt: “Niet alle herhaling is slecht. Het kan worden gebruikt voor effect …, of voor de duidelijkheid, of in eerbied voor het idioom. OPEC-landen’, ‘SALT-besprekingen’ en ‘HIV-virus’ zijn technisch gezien allemaal overbodig omdat het tweede woord al in de voorafgaande afkorting zit, maar alleen de uiterst pietluttigen zouden ze betreuren. Evenzo zijn in ‘Wipe that smile off your face’ de laatste twee woorden tautologisch – er is geen andere plaats waar een glimlach zou kunnen zijn – maar de zin zou niet overeind blijven zonder deze woorden.”
Een beperkte mate van redundantie kan de doeltreffendheid van de communicatie verbeteren, hetzij voor het hele lezerspubliek, hetzij om op zijn minst hulp te bieden aan die lezers die dat nodig hebben. Een fonetisch voorbeeld van dat principe is de noodzaak van spellingsalfabetten in de radiotelefonie. Sommige gevallen van RAS kunnen worden gezien als syntactische voorbeelden van het beginsel. De redundantie kan de luisteraar helpen door context te bieden en het “alfabetsoepquotiënt” (de cryptische overvloed aan afkortingen en acroniemen) van de communicatie te verminderen.
Acroniemen en initialismen uit vreemde talen worden vaak behandeld als niet-geanalyseerde morfemen wanneer ze niet worden vertaald. Zo wordt in het Frans vaak “le protocole IP” (het Internet Protocol protocol) gebruikt, en in het Engels “please RSVP” (ruwweg “reageer als het u behaagt”) is heel gebruikelijk. Dit gebeurt om dezelfde linguïstische redenen als waarom veel toponiemen tautologisch zijn. De tautologie wordt in de meeste gevallen van echt gebruik niet door het verstand ontleed (in veel gevallen omdat de betekenis van het vreemde woord toch al niet bekend is; in andere gevallen gewoon omdat het gebruik idiomatisch is).