Bij de meeste kunstenaars weten we over hun leven en persoonlijkheid uit biografieën die vrienden of tijdgenoten over hen schreven. In het geval van Michelangelo Merisi da Caravaggio, echter, weten we over zijn leven voornamelijk uit politierapporten! Uit deze verslagen leren we dat hij een slecht humeur had en gewelddadig kon zijn, en dat hij vaak gearresteerd en gevangen gezet werd voor mishandeling. Hij komt voor in de politieregisters voor lichte vergrijpen zoals het dragen van wapens zonder toestemming, maar ook voor ernstiger vergrijpen waarbij hij betrokken was bij gewelddadige gevechten. Hij werd zelfs een keer ondervraagd omdat hij “aanstoot gaf” aan een vrouw en haar dochter – men vraagt zich af wat dat zou kunnen betekenen! Uiteindelijk doodde hij een man vanwege een weddenschap en was de laatste jaren van zijn leven op de vlucht voor de politie.
Depositie (of Graflegging)
Figuur 1. Caravaggio, Deposition (of Entombment), olieverf op doek, ca. 1600-04 (Pinocateca, Vaticaan)
Het onderwerp
Na de kruisiging halen enkele volgelingen van Christus (Nicodemus, Jozef van Arimathea, Maria Magdalena) samen met zijn moeder Christus’ lichaam van het kruis en leggen het in de tombe.
De duisternis (en het licht)
Een van de eerste dingen die je opvalt aan Caravaggio’s stijl, en dat zien we hier in zijn schilderij van De graflegging, is de duisternis. Er is eigenlijk een woord voor: tenebroso, wat donkere stijl betekent. Caravaggio schilderde dit tafereel alsof het zich afspeelde in het zwart van de nacht met bijna een spot-licht effect op de figuren (lijkt het niet op een donker toneel dat is verlicht met een spotlight?).
Er zijn verschillende dingen die hier belangrijk aan zijn: Er is geen achtergrond, alleen duisternis. Geen architectuur, geen landschap, met als gevolg dat we ons concentreren op de figuren die zich allemaal op de voorgrond van het schilderij bevinden. Het spotlight-effect van de belichting is zeer dramatisch, en dus hebben we zeer sterke contrasten van licht en donker. Met andere woorden, waar modellering gewoonlijk een langzame beweging is van licht naar donker, hebben we hier zeer donkere schaduwen vlak naast gebieden van heldere verlichting. Het effect is zeer dramatisch.
De ruimte
Alles bevindt zich heel erg op de voorgrond van het schilderij, heel dicht bij ons in feite. Kijk naar het lichaam van Christus – het is zo dichtbij dat het voelt alsof we het kunnen aanraken. En kijk naar de richel van het graf, het is ingekort en steekt dus uit in onze ruimte. En kijk naar de elleboog van de figuur in oranje die de benen van Christus draagt – ook die is verkort en springt zo onze ruimte in. Een van de belangrijkste kenmerken van barokkunst is het doorbreken van de barrière tussen onze ruimte en de ruimte van het schilderij, zodat we het gevoel hebben dat we er echt deel van uitmaken. Barokkunstenaars maken veel gebruik van verkortingen.
De compositie
Barokkunstenaars waren geïnteresseerd in beweging. Hier zien we het moment waarop Christus in zijn graf wordt neergelaten. Het is een proces dat zich voor onze ogen afspeelt, dus opnieuw hebben we een gevangen moment in de tijd. We zien dat de figuren een diagonale lijn vormen – een ander veel voorkomend kenmerk van barokkunst. In de Hoog-Renaissance zagen we composities in de vorm van een piramide-een zeer stabiele vorm. Hier in de barok zien we diagonalen, of soms in elkaar grijpende diagonalen in de vorm van een X.
Caravaggio heeft de compositie zo georganiseerd dat het lijkt alsof het lichaam van Christus tot in onze ruimte wordt neergelaten, alsof we in het graf staan. Vergeet niet: een van de belangrijkste doelen van barokkunst is de toeschouwer erbij te betrekken.
Realisme
Barokkunst heeft de neiging heel echt te zijn – niet alleen zien de figuren er “gewoon” uit, maar de kunstenaar geeft ons ook een heel echt gevoel van dit moment. Het lichaam van Christus lijkt echt dood, de figuren worstelen om het dode gewicht van zijn lichaam vast te houden en hem zachtjes in zijn tombe te laten zakken.
De figuren
Figuur 2. Details van de Afzetting
De figuren zien er allemaal heel gewoon uit, ze zijn helemaal niet geïdealiseerd, zoals de figuren uit de Hoog-Renaissance. Kijk naar de figuur die de benen van Christus vasthoudt. Hij ziet er bijna uit als een dakloze. Kijk naar zijn voeten en benen – ze zien er zo gewoon uit – je kunt je bijna voorstellen dat de onderkant van zijn voeten vuil zijn. Zelfs Christus ziet er eerder uit als een gewone man. Het zijn figuren waarmee we ons meer kunnen identificeren – in tegenstelling tot de perfecte figuren uit de hoog-renaissance.
Een van mijn favoriete dingen aan dit schilderij is de figuur die Christus’ schouders draagt. Hij heeft zijn arm onder het bovenlichaam van Christus en zijn vingers, toen ze om Christus heen reikten, gleden in de wond die hij opliep toen hij aan het kruis hing (Christus werd door een Romeinse soldaat in de ribben gestoken). Ewwww! Ick! Je zegt waarschijnlijk tegen jezelf. En dat is het hele idee! Barokke kunst wil je in je lichaam raken, zodat je het echt voelt, en je er toe verhoudt. Als je iets in je hoofd kent is het één ding, maar als je het met je lichaam ervaart is het echt anders. Barokkunst wil dat je een ervaring hebt die in je lichaam zit – in tegenstelling tot de Hoog-Renaissance, die een beroep deed op het verstand.