De hoornvliesreflex, ook wel knipperreflex genoemd, is het onwillekeurig knipperen van de oogleden dat wordt opgewekt door stimulatie van het hoornvlies (zoals door aanraking of door een vreemd voorwerp), maar kan het gevolg zijn van elke perifere stimulus. De stimulatie moet zowel een directe als een consensuele reactie uitlokken (reactie van het andere oog). De reflex treedt op in een snel tempo van 0,1 seconde. Het doel van deze reflex is de ogen te beschermen tegen vreemde voorwerpen en fel licht (dit laatste staat bekend als de optische reflex). De knipperreflex treedt ook op bij geluiden van meer dan 40-60 dB.
Onderzoek van de hoornvliesreflex maakt deel uit van sommige neurologische tests
De reflex wordt bemiddeld door:
- de nasociliaire tak van de oogheelkundige tak (V1) van de nervus trigeminus (CN V), die de prikkel alleen op het hoornvlies waarneemt (afferente vezel).
- de temporale en zygomatische takken van de nervus facialis (CN VII) die de motorische respons initiëren (efferente vezel).
- het centrum (nucleus) bevindt zich in de pons van de hersenstam.
Het gebruik van contactlenzen kan het testen van deze reflex verminderen of opheffen.
De optische reflex, daarentegen, is trager en wordt bemiddeld door de visuele cortex, die zich in de occipitale hersenkwab bevindt. De reflex is afwezig bij zuigelingen jonger dan negen maanden.
Het onderzoek van de hoornvliesreflex is een onderdeel van sommige neurologische onderzoeken, met name bij de evaluatie van coma, zoals de FOUR score. Beschadiging van de oogheelkundige tak (V1) van de nervus trigeminus leidt tot een afwezige hoornvliesreflex wanneer het aangedane oog wordt gestimuleerd. Stimulatie van één hoornvlies heeft normaal een consensuele respons, waarbij beide oogleden normaal sluiten.