iTunes gebruikers kunnen zich abonneren op deze
Je weet vast wel dat een hypochonder iemand is die zich een veelheid aan medische problemen inbeeldt, terwijl hij in feite kerngezond is. Zij lijden aan hypochondrie.
Volgens het Oxford English Dictionary heeft deze betekenis zich in het Engels ontwikkeld uit een woord dat wij uit het Latijn hebben en dat het Latijn op zijn beurt weer uit het Grieks heeft geleend.
Hypochondria klinkt als een deftig medisch woord en daarom is het passend dat het niet 1000 jaar geleden uit het Frans naar het Engels is gekomen, maar in plaats daarvan rechtstreeks uit het Latijn, ongeveer 400 jaar geleden, toen geleerden uit de renaissance oude wijsheid weer in het daglicht brachten, althans naar Europese kennis.
Toen Engelse academici het woord hypochondria voor het eerst gebruikten, was de betekenis niet die van ingebeelde medische aandoeningen. De Griekse wortels van het woord kunnen worden opgesplitst in hypo en chondria. Hypo is het tegenovergestelde van hyper, zodat terwijl iets dat hyper is boven is, iets dat hypo is onder is.
Daarom krijg je een injectie met een hypodermische naald, die gaat onder je huid.
Het chondira deel van hypochondria betekent “kraakbeen.”
Dus hypochondria betekende eigenlijk de zachte weefsels en organen die onder je ribben en borstbeen lagen.
Honderden jaren geleden en soms zelfs nu nog, als mensen naar hun dokter gingen met ongespecificeerde buikkwalen, pijnen en klachten, kon de dokter vaak niet precies vaststellen wat het probleem was. Zo kwam het dat deze zachte weefsels en organen de schuld kregen van ongespecificeerde gezondheidsproblemen en de problemen de naam van de regio van het lichaam kregen.
U kunt er zeker van zijn dat in veel gevallen de pijn en bedreiging van de gezondheid reëel waren en dat het de onwetendheid van de primitieve arts was die de problemen onbekend maakte en veralgemeende onder de noemer hypochondrie.
Maar mettertijd verschoof de betekenis van het woord, zodat het geen ziekte meer betekende waarvoor de arts geen andere naam had, maar een ziekte waarvan de arts niet geloofde dat ze bestond.
Af in de 17e eeuw was er een arts, John Moore, die een scherp waarnemer van de menselijke natuur was. We weten dat hij een scherp waarnemer was omdat hij ook een auteur was.
Hij was ervan overtuigd dat tweederde van het honorarium van een arts werd gegenereerd uit ingebeelde klachten. Hij vertelt het verhaal van een zakenman die naar Bath was gegaan voor de gezondheidsbevorderende eigenschappen van de warmwaterbronnen en vervolgens naar Bristol ging om te zien of die hem nog gezonder konden maken.
Hij vroeg zijn arts in Bath een briefje te schrijven aan de arts die de zakenman in Bristol had weten te strikken om die nieuwe arts op de hoogte te brengen van de zaak. Hij ging op weg naar Bristol. Na een tijdje werd hij nieuwsgierig naar wat zijn arts tegen de toekomstige arts gezegd zou kunnen hebben.
Ik denk dat de zakenman zo hypochondrisch was dat hij een nauwkeuriger inzicht in al zijn kwalen wilde hebben.
Hoe dan ook, hij opent de aan de nieuwe arts gerichte envelop en leest
“Geachte heer. De drager is een dikke Wiltshire lakenwever. Maak het beste van hem.”
Vijf dagen per week produceert Charles Hodgson Podictionary – de podcast voor woordliefhebbers, donderdagafleveringen hier op OUPblog. Hij is ook de auteur van Carnal Knowledge – A Navel Gazer’s Dictionary of Anatomy, Etymology, and Trivia en het audioboek Global Wording – The Fascinating Story of the Evolution of English, dat deze week wordt uitgebracht.