In de biologie is het imago (Latijn voor “beeld”) het laatste stadium dat een insect bereikt tijdens zijn metamorfose, zijn groei- en ontwikkelingsproces; het wordt ook wel het imaginale stadium genoemd, het stadium waarin het insect tot wasdom komt. Het volgt op de uiteindelijke ecdysis van de onrijpe instars.
Bij een lid van de Ametabola of Hemimetabola, waarbij de metamorfose “onvolledig” is, volgt de uiteindelijke ecdysis op het laatste onvolwassen of nimfale stadium.Bij leden van de Holometabola, waarin een popstadium bestaat, volgt de definitieve ecdysis op het uitkomen uit de pop, waarna de metamorfose compleet is, hoewel er bij sommige soorten een langere rijpingsperiode is.
Het imago is het enige stadium waarin het insect geslachtsrijp is en, als het een gevleugelde soort is, functionele vleugels heeft. Het imago wordt vaak het volwassen stadium genoemd.
Leden van de orde Ephemeroptera (meivliegen) hebben geen popstadium, maar doorlopen kortstondig een extra gevleugeld stadium dat het subimago wordt genoemd. Insecten in dit stadium hebben functionele vleugels, maar zijn nog niet geslachtsrijp.
Het Latijnse meervoud van imago is imagines, en dit is de term die over het algemeen door entomologen wordt gebruikt – imagoes is echter ook aanvaardbaar.