De ionosfeer is een deel van de bovenste atmosfeer van de aarde, tussen 80 en ongeveer 600 km waar Extreme UltraViolet (EUV) en röntgenstraling van de zon de atomen en moleculen ioniseert, waardoor een laag elektronen ontstaat. de ionosfeer is belangrijk omdat zij radiogolven reflecteert en wijzigt die worden gebruikt voor communicatie en navigatie. Andere verschijnselen, zoals energetisch geladen deeltjes en kosmische stralen, hebben eveneens een ioniserend effect en kunnen bijdragen tot de ionosfeer.
De atmosferische atomen en moleculen worden beïnvloed door de hoge energie van de EUV- en röntgenfotonen van de zon. De hoeveelheid energie (fotonenflux) op EUV- en röntgengolflengten varieert met bijna een factor tien gedurende de zonnecyclus van 11 jaar. De dichtheid van de ionosfeer verandert dienovereenkomstig. Ten gevolge van de spectrale variabiliteit van de zonnestraling en de dichtheid van verschillende bestanddelen in de atmosfeer, ontstaan er lagen in de ionosfeer, de D-, E- en F-laag genoemd. Andere zonneverschijnselen, zoals zonnevlammen, en veranderingen in de zonnewind en geomagnetische stormen hebben ook invloed op de oplading van de ionosfeer. Aangezien de grootste hoeveelheid ionisatie wordt veroorzaakt door zonnestraling, hebben de nachtzijde van de aarde en de pool die van de zon af wijst (afhankelijk van het seizoen) veel minder ionisatie dan de dagzijde van de aarde en de pool die naar de zon toe wijst.
Impacten
Radio-communicatie
Radionavigatie (GPS)
Satellietcommunicatie