Beantwoord de volgende vragen met “ja” of “nee”:
1. Lijkt uw partner koud of gevoelloos tegenover uw gevoelens of de gevoelens van andere mensen, of lijkt hij moeite te hebben om de gevoelens van andere mensen te begrijpen?
2. Praat uw partner op een overdreven of larger-than-life manier over zijn leven, zijn prestaties en zijn werk (bijvoorbeeld dat hij een onmogelijk goede baan heeft, dat hij het beste van alles zal hebben)?
2. Is uw partner arrogant en overtuigd van zijn superioriteit over andere mensen?
3. Vindt uw partner dat hij recht heeft op een speciale behandeling op alle gebieden van zijn leven (om een speciale behandeling te krijgen van bedrijven, dienstverleners, vrienden en het leven in het algemeen)? Wordt hij boos als deze speciale behandeling hem niet wordt gegund?
4. Manipuleert uw partner mensen en situaties om zijn behoeften vervuld te krijgen, met weinig aandacht voor de gevoelens van andere mensen?
5. Wordt uw partner heel snel intens boos – en meestal buiten proportie van de situatie in kwestie?
6. Denkt uw partner vaak dat mensen er op uit zijn om hem te pakken of misbruik van hem te maken?
7. Is uw partner in staat om gemakkelijk kritiek te geven, maar heeft hij moeite om zelfs de geringste feedback te horen zonder defensief en zelfs boos te worden?
8. Is uw partner vaak jaloers op u en uw vriendschappen, relaties, successen en kansen?
9. Doet je partner slechte dingen en voelt zich daar niet schuldig over of heeft zelfs maar enig inzicht in het feit dat dit geen leuke dingen waren om te doen?
10. Heeft je partner voortdurend behoefte aan bewondering en bevestiging, zoals complimenten, prijzen en onderscheidingen, en zoekt hij die op (bijvoorbeeld via sociale media of door voortdurend mensen te laten weten wat hij bereikt heeft)?
11. Liegt je partner regelmatig, laat hij belangrijke details achterwege of geeft hij je inconsistente informatie?
12. Is je partner een deskundige showman, die een grote show maakt van alles wat hij doet, inclusief feestjes, de auto waarin hij rijdt, de plaatsen waar hij komt en de manier waarop hij zijn leven aan anderen portretteert?
13. Projecteert uw partner regelmatig zijn gevoelens op u (bijvoorbeeld u ervan beschuldigen dat u boos bent op een moment dat hij tegen u schreeuwt, of u ervan beschuldigen dat u inconsequent bent wanneer zijn leven chaotisch is)?
14. Is uw partner hebzuchtig en materialistisch? Begeert hij meer dingen en meer geld en stopt hij voor weinig om deze dingen te bereiken?
15. Is je partner emotioneel koud en afstandelijk? Wordt hij afstandelijk, vooral op momenten dat u sterke emoties ervaart of laat zien?
16. Twijfelt uw partner vaak aan u of twijfelt hij zodanig aan u dat u het gevoel krijgt dat u “gek aan het worden bent”?
17.
17. Is uw partner gierig met zijn tijd of geld? Is hij een persoon die alleen vrijgevig is als het zijn belangen dient?
18. Ontloopt uw partner regelmatig het nemen van verantwoordelijkheid, en geeft hij anderen snel de schuld van zijn fouten? Heeft je partner de neiging om zichzelf te verdedigen in plaats van verantwoordelijkheid te nemen voor zijn gedrag?
19. Is je partner ijdel en geabsorbeerd door zijn uiterlijk of hoe hij zich aan de wereld toont (bijvoorbeeld verzorging, kleding, accessoires)?
20. Is uw partner controlerend? Probeert hij uw gedrag te controleren? Lijkt hij bijna obsessief en dwangmatig in zijn behoefte aan orde en controle in zijn omgeving en schema?
21. Zijn de stemmingen, gedragingen en levensstijl van uw partner onvoorspelbaar en inconsistent? Hebt u vaak het gevoel dat u niet weet wat er gaat komen?
22. Maakt uw partner regelmatig misbruik van u en andere mensen? Neemt hij de gelegenheid te baat om ervoor te zorgen dat aan zijn behoeften wordt voldaan, zelfs als dat betekent dat hij de verbindingen of de tijd die u of andere mensen mogelijk bieden ongemakkelijk maakt of er misbruik van maakt?
23. Vindt uw partner het leuk om andere mensen te zien falen? Vermaakt hij zich met het idee dat iemands leven of zaken niet goed gaan, vooral als die persoon het meestal beter heeft gedaan dan hij?
24. Vindt uw partner het moeilijk om alleen te zijn of tijd alleen door te brengen?
25. Heeft uw partner slechte grenzen met andere mensen? Onderhoudt hij ongepaste relaties met vrienden en collega’s, en blijft hij dit doen, zelfs wanneer hij te horen krijgt dat dit ongemakkelijk voor u is?
26. Is uw partner u ooit seksueel of emotioneel ontrouw geweest?
27. Negeert uw partner uw stem als u praat? Geeuwt hij, kijkt hij op zijn apparaat of wordt hij afgeleid door papieren en taken om hem heen terwijl u met hem praat?
28. Wordt uw partner kwetsbaar of gevoelig in tijden van stress of als het niet goed gaat? Is hij niet in staat om te gaan met belangrijke stressfactoren, en wordt hij erg kwetsbaar op deze momenten?
29. Is uw partner regelmatig nalatig of gewoon niet bedacht op elementaire communicatie en beleefdheid (bijv. u laten weten dat hij te laat komt, of reflexmatig kwetsende en onzorgvuldige dingen zeggen en doen)?
30. Gebruikt uw partner vaak zijn uiterlijk of seksualiteit om aandacht te krijgen? Is hij erg flirterig, of gebruikt hij vaak sexy grapjes met mensen buiten uw relatie in zijn woorden, daden, en social media berichten of smsjes?
Als u op 15 of meer van deze vragen “ja” hebt geantwoord, hebt u waarschijnlijk een pathologisch narcistische partner. Als je “ja” hebt geantwoord op 20 of meer van deze vragen, dan is het zo goed als een garantie. Het is duidelijk dat sommige van deze kenmerken problematischer zijn dan andere, en sommige kunnen je meer verdriet doen. Het kan bijvoorbeeld zijn dat je maar op een paar punten “ja” hebt geantwoord, waaronder nummer 26, omdat je partner je bedrogen heeft. Niet alle bedriegers zijn narcistisch, maar dat ene gedrag kan je vertrouwen op een belangrijke en blijvende manier hebben beschaamd (het zal echter zeldzaam zijn voor een persoon met een ontrouwe partner om dat als enige “ja” op de lijst te hebben). Sommige van deze vragen hebben meer gewicht dan de andere als het gaat om diagnostisch of pathologisch narcisme. De belangrijkste vragen zijn 1: grandioosheid, 2: aanspraak, 4: empathie, 10: op zoek naar bewondering en bevestiging, 13: projectie, en 18: vermijden van verantwoordelijkheid. Deze kenmerken vormen de kern van narcisme en voeden de dynamiek van oppervlakkigheid en onvermogen om diepe en wederzijdse intieme relaties te vormen. Als je partner deze hoofdkenmerken heeft, zullen veel van de andere vragen op de lijst volgen. Niemand zal een partner hebben voor wie al deze antwoorden “nee” zullen zijn – iedereen van ons heeft een aantal van deze kenmerken – dus je kunt een lieve, empathische partner hebben die toevallig van een zeer schone auto of kast houdt. Eén sneeuwvlokje maakt nog geen sneeuwstorm, en één “ja” maakt nog geen narcist. Maar hoe meer van deze dingen je met je partner meemaakt, hoe uitdagender je relatie zal zijn. 
Dit fragment is afkomstig uit Moet ik blijven of moet ik gaan: Een relatie met een narcist overleven, door Ramani Durvasula, PhD. Durvasula is gediplomeerd klinisch psycholoog en professor in de psychologie aan de California State University, Los Angeles.