Deze inheemse Madagaskar soort uit het kalanchoë geslacht is een mooie aanvulling op elke collectie vetplanten, binnenshuis gekweekt.
De pandaplant is een vetplant met dikke bladeren om water op te slaan, waardoor de kweker minder vaak water hoeft te geven. Deze bladeren zijn bedekt met kleine haartjes die de plant een fluweelachtig uiterlijk en gevoel geven.
Hoe ziet hij eruit: De kalanchoë tomentosa groeit tot ongeveer 1,5 ft met een dikke stengel die takken en vele groepen bladeren produceert, als hij eenmaal volgroeid is. Wanneer ze goed gesnoeid worden hebben ze een soort boom- of struikachtige uitstraling en kunnen er takken onder potniveau groeien (nu geschikt voor het kweken in een hanging basket).
De harige bladeren die ik noemde zijn grijsgroen van kleur met bruin gevlekte uiteinden. Deze bladeren zijn voornamelijk ovaalvormig, hoewel je waarschijnlijk een paar bladeren willekeurig ziet groeien in welke vorm en gedaante ze maar willen.
Bloei: Hoewel deze plant in zijn natuurlijke omgeving kan bloeien, is het zeldzaam dat er binnenshuis bloemen bloeien, dus wordt hij voornamelijk gekweekt voor zijn blad in huizen of kantoren. Ik heb er nog nooit een zien bloeien, maar als je geluk hebt, zie je aan de uiteinden van de takken mooie kleine buisvormige bloemen bloeien.
Tentoonstellen: Als de pandaplant eenmaal volgroeid is, zien ze er fantastisch uit in een hangmand of zittend in een serre. Een serre is ideaal omdat ze wel van fel licht en wat zon houden. Als ze nog klein en in de groei zijn, dan zijn de plaatsen bij ramen en op planken met voldoende zonlicht een goede plaats om ze tentoon te stellen.