Abortus. Euthanasie. Pornografie. Homohuwelijk. Transgender rechten. Embryonaal onderzoek. Genetische verbetering. Christenen die het culturele landschap in het Westen overzien hebben een duidelijk gevoel dat het de verkeerde kant op gaat. Hoewel de meeste gelovigen gemakkelijk de symptomen van verval kunnen identificeren, voelen weinigen zich bekwaam om een diagnose te stellen en de diepere oorzaken aan te pakken. Er liggen vele complexe factoren ten grondslag aan deze ontwikkelingen, maar een hulpmiddel van onschatbare waarde om onze cultuur beter te begrijpen en ermee om te gaan is het begrip wereldbeeld. De sociologische bevingen en morele breuken die we in onze tijd waarnemen, zijn grotendeels te wijten aan wat we “culturele plaattektoniek” zouden kunnen noemen: verschuivingen in onderliggende wereldbeelden en de botsingen daartussen.
Wat is een wereldbeeld? Zoals het woord zelf al aangeeft, is een wereldbeeld een algemene visie op de wereld. Het is geen fysieke kijk op de wereld, maar eerder een filosofische kijk, een allesomvattend perspectief op alles wat bestaat en voor ons van belang is.
Het wereldbeeld van een persoon vertegenwoordigt zijn meest fundamentele overtuigingen en veronderstellingen over het universum waarin hij leeft. Het geeft weer hoe hij alle “grote vragen” van het menselijk bestaan zou beantwoorden: fundamentele vragen over wie en wat we zijn, waar we vandaan komen, waarom we hier zijn, waar we (als we ergens naar toe gaan), de zin en het doel van het leven, de aard van het hiernamaals, en wat telt als een goed leven hier en nu. Weinig mensen denken diep na over deze vragen, en nog minder hebben vaste antwoorden op zulke vragen, maar iemands wereldbeeld zal hem op zijn minst in de richting van bepaalde antwoorden sturen en weg van andere.
Wereldbeelden vormen en informeren onze ervaringen van de wereld om ons heen. Net als een bril met gekleurde glazen beïnvloeden zij wat wij zien en hoe wij het zien. Afhankelijk van de “kleur” van de glazen zien we sommige dingen beter, of juist minder goed of vervormd – sommige dingen zien we zelfs helemaal niet.
Wereldbeelden bepalen ook in hoge mate hoe mensen denken over ethische en politieke zaken. Wat iemand denkt over abortus, euthanasie, relaties tussen mensen van hetzelfde geslacht, milieu-ethiek, economisch beleid, openbaar onderwijs, enzovoort, zal meer dan wat ook afhangen van zijn onderliggende wereldbeeld.
Wereldbeelden spelen als zodanig een centrale en bepalende rol in ons leven. Ze bepalen wat we geloven en wat we bereid zijn te geloven, hoe we onze ervaringen interpreteren, hoe we ons gedragen in reactie op die ervaringen, en hoe we ons verhouden tot anderen. Onze gedachten en onze daden worden bepaald door onze wereldbeelden.
Wereldbeelden werken zowel op individueel als op maatschappelijk niveau. Zelden zullen twee mensen precies hetzelfde wereldbeeld hebben, maar zij kunnen wel hetzelfde basistype wereldbeeld hebben. Bovendien zullen binnen een samenleving bepaalde wereldbeelden meer vertegenwoordigd zijn dan andere, en zullen zij dus een grotere invloed uitoefenen op de cultuur van die samenleving. De westerse beschaving is sinds ongeveer de vierde eeuw gedomineerd door een christelijk wereldbeeld, ook al zijn er individuen en groepen geweest die dit hebben betwist. Maar in de laatste paar eeuwen heeft het christelijke wereldbeeld, om redenen die uiteenlopen van technologische tot theologische aard, zijn dominantie verloren, en zijn concurrerende wereldbeelden veel prominenter geworden. Deze niet-christelijke wereldbeelden omvatten:
- Naturalisme: er is geen God; mensen zijn slechts hoogontwikkelde dieren; het universum is een gesloten fysisch systeem.
- Postmodernisme: er zijn geen objectieve waarheden en morele normen; “werkelijkheid” is uiteindelijk een menselijke sociale constructie.
- Pantheïsme: God is de totaliteit van de werkelijkheid; wij zijn dus allen van nature goddelijk.
- Pluralisme: de verschillende wereldgodsdiensten vertegenwoordigen even geldige perspectieven op de ultieme werkelijkheid; er zijn vele geldige wegen naar verlossing.
- Islam: er is maar één God, en Hij heeft geen zoon; God heeft Zijn wil voor alle mensen geopenbaard via Zijn laatste profeet, Mohammed, en Zijn eeuwige woord, de Koran.
- Moralistisch therapeutisch deïsme: God wil gewoon dat we gelukkig zijn en aardig voor andere mensen; Hij mengt zich alleen in onze zaken als we Hem om hulp vragen.
Elk van deze wereldbeelden heeft ingrijpende gevolgen voor hoe mensen over zichzelf denken, welk gedrag zij als goed of fout beschouwen, en hoe zij hun leven inrichten. Het is daarom van cruciaal belang dat christenen in staat zijn om met ongeloof om te gaan op het niveau van het wereldbeeld. Christenen moeten niet alleen begrijpen wat het betekent om een bijbels wereldbeeld te hebben, maar ook waarom zij aan dat wereldbeeld vast moeten houden en het op het hele leven moeten toepassen. Zij moeten in staat zijn om de belangrijkste niet-christelijke wereldbeelden die in onze samenleving de overhand hebben te identificeren, te begrijpen waarin deze fundamenteel verschillen van het christelijke wereldbeeld, en een goed beargumenteerd betoog te houden dat alleen het christelijke wereldbeeld waar, goed en mooi is.
De uitdaging is groter dan ooit. Maar we moeten ons niet laten ontmoedigen, want de mogelijkheden en middelen die ons ter beschikking staan zijn nu ook groter dan ze ooit zijn geweest. In de laatste halve eeuw of zo is er een opmerkelijke renaissance geweest in de christelijke filosofie en apologetiek, waarvan een groot deel zich heeft gericht op het ontwikkelen en verdedigen van een bijbels wereldbeeld. Waar God zijn volk ook toe oproept, Hij rust het toe om dat te doen (zie Ef. 4,11-12; Hebr. 13,20-21). Het probleem is niet dat de kerk onvoldoende is toegerust, maar dat zij nog niet ten volle gebruik maakt van wat Christus haar heeft gegeven.
Dit bericht werd oorspronkelijk gepubliceerd in Tabletalk magazine.