John Quincy Adams (1825-1829) was de eerste president van de Verenigde Staten met opvallend gezichtsbeharing, met lange bakkebaarden. Maar de eerste grote afwijking van de traditie van gladgeschoren presidenten was Abraham Lincoln (1861-1865), die naar verluidt (en beroemd is geworden) werd beïnvloed door een brief van een elfjarig meisje genaamd Grace Bedell, om een baard te laten groeien om zijn kansen op verkiezing te vergroten. Na Lincoln hadden alle presidenten in de volgende 48 jaar, op twee na, een of andere vorm van gezichtsbeharing; de uitzonderingen waren Andrew Johnson (1865-1869) en William McKinley (1897-1901).
Baarden en snorren raakten uit de gratie om gezondheidsredenen, zoals beschreven op de PBS website bij een documentaire over tuberculose: “De meeste mannen rond de eeuwwisseling droegen een stijlvolle baard of snor, maar pronken met een glad gezicht werd een nieuwe trend toen volksgezondheidsfunctionarissen beweerden dat mannen gevaarlijke besmettelijke deeltjes konden overbrengen via hun gezichtshaar. Een hoofdartikel in een Harper’s Weekly uit 1903 stelde: “Nu consumptie geen consumptie meer is, maar tuberculose, en niet erfelijk maar besmettelijk…is de theorie van de wetenschap dat de baard besmet is met de kiemen van tuberculose.” Uiteindelijk werd de gladgeschoren look een symbool van de nieuwe middenklasse man tijdens de periode die Harper’s Weekly bestempelde als “de opstand tegen de snorhaar.”
De meest recente president die gezichtshaar had was William Howard Taft (1909-1913), die een snor droeg. President Harry Truman liet tijdens zijn vakantie in Key West, Florida, na de presidentsverkiezingen van 1948 kortstondig een snor en sik staan (die hij gekscherend een “Jeff Davis” noemde)
De laatste grote partijkandidaat die een baard droeg was Charles Evans Hughes, die bij de presidentsverkiezingen van 1916 werd verslagen. De laatste grote presidentskandidaat die gezichtsbeharing had, was Thomas E. Dewey, die een snor had en zowel bij de presidentsverkiezingen van 1944 als die van 1948 werd verslagen. Sommige deskundigen beweerden zelfs dat de publieke afkeuring van Dewey’s snor heeft bijgedragen aan zijn twee verkiezingsnederlagen.
Sociale wetenschappers hebben onderzoek gedaan naar het effect van gezichtshaar op de verkiesbaarheid van presidentskandidaten, en zijn momenteel van mening dat gezichtshaar een negatief effect heeft op kandidaten. Tegenwoordig wordt het hebben van gezichtsbeharing bij potentiële presidentskandidaten regelmatig (zij het enigszins gekscherend) als een schadelijke factor aangemerkt.
Hieronder volgt een lijst van Amerikaanse presidenten die op enig moment tijdens hun ambtstermijn gezichtsbeharing hadden.