Act 1
-Eerlijk is vals, and foul is fair – The Witches (Act 1, Scene 1)
– If you can look into the seeds of time, And say which grain will grow, and which will not, speak. – Banquo (Act 1, Scene 3)
– En vaak, om ons kwaad te doen, vertellen de instrumenten van de duisternis ons waarheden, winnen ons met eerlijke kleinigheden, om ons te verraden met de diepste gevolgen. – Banquo (Act 1, Scene 3)
– Als het toeval mij koning wil maken, waarom, zal het toeval mij kronen. – Macbeth (Act 1, Scene 3)
– Het is geen kunst om de constructie van de geest in het gezicht te vinden. – Duncan (Act 1, Scene 4)
– Sterren, verberg jullie vuren! Laat het licht mijn zwarte en diepe verlangens niet zien. – Macbeth (Act 1, Scene 4)
– Kom, jullie geesten die neigen naar morele gedachten! Ontsek me hier, en vul me van de kruin tot de teen, topvol met de ergste wreedheid. Lady Macbeth (Act 1, Scene 5)
– Zie eruit als de onschuldige bloem, maar wees het serpent eronder. – Lady Macbeth (Act 1, Scene 5)
– Ik durf alles te doen wat een man kan worden; wie meer durft te doen, is niemand. – Macbeth (Act 1, Scene 7)
– Ik heb gezoogd, en weet
Hoe teder ’t is om de baby lief te hebben die mij melkt:
Ik zou, terwijl hij in mijn gezicht lachte,
mijn tepel uit zijn botloze tandvlees hebben geplukt,
en de hersens eruit hebben geslagen, als ik zo had gezworen
Zoals je met deze hebt gedaan.
Lady Macbeth (Act 1, Scene 7)
Droef je moed tot op het bot. – Lady Macbeth (Act 1, Scene 7)
Act 2
– Is dit een dolk die ik voor me zie, het handvat naar mijn hand? Kom, laat mij u grijpen; ik heb u niet, en toch zie ik u nog. Zijt gij niet, fatale visie, gevoelig voor gevoel als voor zicht? – Macbeth (Act 2, Scene 1)
-De wijn des levens is getapt, en de moer is overgebleven om over op te scheppen. – Macbeth (Act 2, Scene 1)
– Een ongevoeld verdriet tonen is een taak die de valse man gemakkelijk uitvoert. – Malcolm (Act 2, Scene 2)
– There’s daggers in men’s smiles. – Donalbain (Act 2, Scene 3)
Act 3
Ik zit zo diep in het bloed, dat, als ik niet meer zou waden, terugkeren net zo vervelend zou zijn als weggaan. – Macbeth (Act 3, Scene 4)
Act 4
– Dubbel, dubbel zwoegen en moeite; Vuur brandt en ketel borrelt. – Heksen (Akte 4, scène 1)
– Wanneer onze daden niet, Onze angsten maken ons verraders. – Lady Macduff (Act 4, Scene 2)
– Engelen zijn nog steeds helder, al zijn de helderste gevallen; al zouden alle slechte dingen de wenkbrauwen van gratie dragen, toch moet gratie er nog steeds zo uitzien. – Malcolm (Act 4, Scene 3)
– Geef verdriet woorden: het verdriet dat niet spreekt Fluistert het overspannen hart, en laat het breken. – Malcolm (Act 4, Scene 3)
Act 5
-Eruit, verdomde vlek! Eruit, zeg ik! – Lady Macbeth (Act 5, Scene 1)
-Die hij commandeert, beweegt zich alleen in bevel, niet in liefde: nu voelt hij zijn titel losjes om zich heen, als het kleed van een reus op een dwergdief. – Angus (Act 5, Scene 2)
– Ik heb me vol gruwelen gestort; de verschrikkingen, vertrouwd aan mijn moorddadige gedachten, kunnen me niet eens op gang brengen. – Macbeth (Act 5, Scene 5)
– Het leven is slechts een wandelende schaduw, een arme speler die zijn uur op het toneel doorbrengt, en dan niet meer gehoord wordt. Het is een gesprek verteld door een idioot, vol van geluid en woede, niets betekenend. – Macbeth (Act 5, Scene 5)