Een hagedis scheurt zijn staart als zelfverdedigingsmechanisme om zijn roofdier af te leiden – dit staat bekend als autotomie (letterlijk van het Griekse ‘zelf’ en ‘scheuren’) of zelfamputatie.
Hagedissen worden geboren met een zwakke lijn in hun staart, die technisch een breukvlak wordt genoemd. Als een punt op de staart wordt geraakt of belast, trekken de spieren langs het breukvlak zich van elkaar af in plaats van samen te smelten – dit staat bekend als een reflex spierkramp. Door het uit elkaar trekken van de spieren valt de staart af langs de lijn van de zwakte.
Hagedissenstaart autotomie is zo ontwikkeld dat wanneer de staart breekt er geen bloedverlies optreedt, en de staart na zes maanden tot een jaar weer aangroeit. Het staartskelet wordt vervangen door een staaf kraakbeen met nieuwe spieren die erlangs groeien, waardoor een vervangende staart ontstaat die meestal korter en minder gekleurd is dan de originele.
Hagedissen zijn niet de enige dieren die in staat zijn tot zelfamputatie. Meer dan 200 soorten ongewervelde dieren zijn in staat tot zelfamputatie, en het is zelfs bekend dat zoogdieren er gebruik van maken – ten minste twee soorten Afrikaanse stekelmuizen kunnen huid loslaten als ze door een roofdier worden gevangen, en later de verloren huid (haarzakjes, zweetklieren, vacht, kraakbeen en al) regenereren met weinig of geen littekenvorming.
Dr Mark Hutchinson is senior onderzoeker bij het Zuid-Australisch Museum.
- GALLERY: Australische skinken
- Top 10 ingenieuze adaptaties van dieren in Australië
- Baardagamen veranderen van kleur om zich aan te passen aan de omgeving