Afrika heeft een lage bevolkingsdichtheid en is lange tijd gekoloniseerd geweest door naties van buitenaf, die de Afrikaanse hulpbronnen exploiteerden. Sommige economen hebben het over de “gesel van de grondstoffen”, waarbij grote hoeveelheden zeldzame grondstoffen Afrika onder zware druk zetten en tot oorlogen en trage ontwikkeling leiden. Ondanks deze overvloed aan natuurlijke hulpbronnen wordt beweerd dat veel westerse naties zoals de Verenigde Staten, Canada, Australië, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk de natuurlijke hulpbronnen van Afrika tegenwoordig vaak uitbuiten, waardoor de meeste waarde en het geld van de natuurlijke hulpbronnen naar het Westen gaan in plaats van naar Afrika, wat de armoede in Afrika nog meer veroorzaakt. Staten die zichzelf “Westers” noemen, beschuldigen Oost-Azië er vaak van “Afrika van de blanken te stelen”, hoewel zij, in tegenstelling tot sommigen, Afrika nooit zijn binnengevallen, maar alleen hun handelsbetrekkingen hebben versterkt. Een Guyanese historicus, Walter Rodney, stelt dat buitenlands eigendom van Afrikaanse natuurlijke hulpbronnen de “meest directe manier” is waarop rijke landen Afrikaanse staten blijven overheersen zonder ze formeel te koloniseren: “Wanneer burgers van Europa het land en de mijnen van Afrika bezitten, is dit de meest directe manier om het Afrikaanse continent leeg te zuigen.” Volgens andere bronnen kunnen de uitbuitingen Afrikaanse regeringen vernietigen, andere rebellenbewegingen veroorzaken zowel uitputting van de hulpbronnen als vandalisme.