Nieuwe reuzensalamandersoort is ’s werelds grootste amfibie

De reuzensalamanders van China – reusachtige amfibieën die ooit wijdverspreid waren over het hele land – worden geconfronteerd met een ernstige instandhoudingscrisis. Gewaardeerd om hun vlees en vermeende medicinale eigenschappen, zijn de dieren in drommen getransporteerd naar boerderijen en vrijwel uitgeput in het wild. Maar natuurbeschermers moeten misschien hun inspanningen heroverwegen om China’s reuzensalamanders te redden, die niet uit één enkele soort bestaan zoals deskundigen lang hebben gedacht. Volgens een nieuwe studie, gepubliceerd in Ecology and Evolution, zijn er in feite drie soorten Chinese reuzensalamanders, waarvan er één misschien wel de grootste amfibie ter wereld is.

Onderzoekers achter het nieuwe rapport voerden genetische analyses uit op 17 historische museumexemplaren, die werden verzameld voordat de massale verhuizing van reuzensalamanders begon, en weefselmonsters van in het wild levende beestjes. Het team was in staat om drie verschillende lijnen te onderscheiden die divergeerden tussen 2,4 en 3,1 miljoen jaar geleden, een periode waarin het Tibetaanse Plateau snel steeg en waarschijnlijk de salamanders isoleerde in unieke landschappen, waar ze evolueerden tot verschillende soorten.

Voorheen werd aangenomen dat Andrias davidianus de enige Chinese reuzensalamander was, die ontstond in de Yangtze rivier. Een nieuw geïdentificeerde soort, Andrias sligoi genaamd, is uniek voor de Parelrivier, en een derde soort wordt geassocieerd met de Huangshan-regio. Deze laatste soort blijft onbeschreven omdat hij alleen bekend is van weefselmonsters, aldus Ashley Strickland van CNN.

De onderzoekers konden een beter beeld krijgen van de andere nieuwe soort, Andrias sligoi, doordat een uitzonderlijke salamander die 20 jaar in de Londense dierentuin heeft geleefd, als specimen bewaard is gebleven in het Natuurhistorisch Museum van de stad. Met zijn indrukwekkende lengte van 2,5 meter is dit de grootste Chinese reuzensalamander die ooit is waargenomen, meldt Emily Chung van de CBC. Al in de jaren twintig van de vorige eeuw vermoedden deskundigen dat deze salamander tot een unieke soort zou kunnen behoren, en met hun genetische studie heeft het team achter het nieuwe onderzoeksartikel de theorie bevestigd. Bovendien is Andrias sligoi volgens de onderzoekers niet alleen de grootste van de Chinese reuzensalamanders, maar ook “de grootste van de ongeveer 8000 amfibiesoorten die vandaag de dag leven”, aldus de Zoological Society of London (ZSL).

“Het is verbazingwekkend in deze tijd dat het tot nu toe heeft geduurd om uit te vinden wat ’s werelds grootste amfibie is,” vertelt Samuel Turvey, hoofdauteur van de studie en ZSL conservatiewetenschapper, aan Douglas Main van National Geographic.

De onderzoekers zijn er niet zeker van hoe ze de drie soorten anatomisch kunnen onderscheiden, omdat de museumexemplaren op verschillende manieren zijn bewaard – sommige in vloeistof, sommige gedroogd – wat het weer moeilijk maakt om erachter te komen hoe ze eruit zagen voordat ze door mensen werden verplaatst. En het is moeilijk om specimens te vinden in hun oorspronkelijke habitat. Oorspronkelijke populaties van Andrias davidianus “zijn bijna volledig uitgeroeid,” vertelt Turvey aan Chelsea Whyte van New Scientist. En de twee nieuwe soorten, merkt hij op, zijn ook “grotendeels uit het wild verdwenen.”

Het goede nieuws – min of meer – is dat alle reuzensalamandersoorten heel goed op boerderijen kunnen voorkomen, “die op het punt staan om naar restaurants te worden gestuurd,” vertelt Turvey aan Chung van de CBC. En de wetenschap dat Chinese reuzensalamanders diverser zijn dan eerder werd aangenomen heeft belangrijke implicaties voor hun beheer. Zo worden gekweekte reuzensalamanders soms teruggezet in het wild als onderdeel van natuurbehoudsinspanningen, maar de nieuwe studie toont aan dat er zorg moet worden besteed aan het terugzetten van unieke soorten in hun unieke geografische omgevingen.

“Elke afzonderlijke soort vereist een gericht en afzonderlijk natuurbehoudsbeheer, zowel om eventueel overgebleven wilde populaties te lokaliseren als om hopelijk soortspecifieke natuurbehoudskweekprogramma’s op te zetten,” vertelt Turvey aan New Scientist.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *