Overzicht brandbare en ontvlambare vloeistoffen

Vlambare en ontvlambare vloeistoffen vormen een gevaar voor persoonlijk letsel en materiële schade, zodat strenge opslagvoorschriften zowel essentieel als wettelijk vereist zijn.

feiten over brandbare en ontvlambare vloeistoffen

  • Vlambare en ontvlambare vloeistoffen ontbranden gemakkelijk en branden zeer snel.
  • De ontvlambaarheid wordt bepaald door het vlampunt van een materiaal.
  • Het vlampunt is de minimumtemperatuur waarbij een vloeistof boven zijn oppervlak een damp vormt in voldoende concentratie om te kunnen ontbranden.
  • Vlambare vloeistoffen hebben een vlampunt van minder dan 100°F. Vloeistoffen met een lager vlampunt ontbranden gemakkelijker.
  • Brandbare vloeistoffen hebben een vlampunt op of boven 100°F.
  • De damp brandt, niet de vloeistof zelf. De snelheid waarmee een vloeistof brandbare dampen produceert, hangt af van zijn dampdruk.
  • De verdampingssnelheid neemt toe naarmate de temperatuur stijgt. Daarom zijn ontvlambare en brandbare vloeistoffen gevaarlijker bij hogere temperaturen dan bij kamertemperatuur.
  • Vlambare vloeistoffen van klasse 1 moeten worden gebonden en geaard bij het overbrengen van vloeistoffen.

Restricties en richtlijnen

Omdat hun dampen gemakkelijk ontbranden en ontvlammen, gelden voor ontvlambare en brandbare vloeistoffen strenge opslagvoorschriften. De gevarenclassificatie van een vloeistof bepaalt het type en de grootte van de houder waarin deze mag worden opgeslagen. Zie voor meer informatie:

  • Grenzen voor de grootte en hoeveelheid van containers
  • Richtlijnen voor de opslag van brandbare en ontvlambare vloeistoffen

Gevarenclassificaties

De gevarenclassificaties van de National Fire Protection Association (NFPA) voor brandbare en ontvlambare vloeistoffen staan hieronder vermeld:

Gevaren classificatie voor ontvlambare vloeistoffen
Klasse Vlammingspunt Kookpunt Voorbeelden
I-A onder 73°F (23°C) onder 100°F (38°C) diethylether, pentaan, ligroïne, petroleumether
I-B beneden 73°F (23°C) bij of boven 100°F (38°C) aceton, benzeen, cyclohexaan, ethanol
I-C 73-100°F (24-38°C) —- p-xyleen
Gevaren classificatie voor brandbare vloeistoffen
II 101-140°F (39-60°C) —- dieselbrandstof, motorolie, kerosine, schoonmaakmiddelen
III-A 141-199°F (61-93°C) —- verven (oliebasis), lijnolie, minerale olie
III-B 200°F (93°C) of hoger —- verven (op oliebasis), neatsfoot oil

Voorschriften en beleid

  • Ontvlambare en brandbare vloeistoffen, 29 CFR 1910.106(e)(6)(ii)
  • National Fire Protection Association, NFPA 77, Recommended Practice of Static Electricity
  • PPM 516-5 Chemical Safety
  • PPM 516-11 Fire and Life Safety

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *