SPREKEN MET DE PATIËNT
Communicatie tussen gezondheidsfunctionarissen – in dit geval verpleegkundigen – en de patiënt is een proces dat begint bij het eerste contact tussen beiden en duurt zolang de therapeutische relatie duurt. De verpleegkundige, die de juiste relatie met de patiënt tot stand wil brengen, moet hem/haar vanaf het eerste moment voor zich winnen. Dit zal gebeuren als het gesprek in de juiste omstandigheden wordt gevoerd. Hoewel het vanzelfsprekend lijkt, moet worden opgemerkt dat hoffelijkheid en vriendelijkheid van de kant van de verpleegkundige vereist is (4, 17).
De patiënt moet zich op zijn gemak voelen bij de verpleegkundige, maar deze moet zijn/haar prestige beschermen en geen aanleiding geven tot misverstanden. Een belangrijk element is de behoefte aan een rustige omgeving zonder afleiding van buitenaf, die de nodige vertrouwelijkheid van de dialoog waarborgt. Vaak zien we het verschijnsel van ernstige discussies die plaatsvinden in het midden van de gang van de polikliniek of de verpleegafdeling, de kliniek, of in een of ander kantoor van het ziekenhuis, waar derden die niets te maken hebben met de zorg voor de individuele patiënt in en uit lopen (18). In een dergelijke omgeving schamen de patiënten zich om zich vrij te uiten (19).
Het begrip privacy is helaas vrijwel onbekend in het Griekse ziekenhuissysteem. De verpleging van de patiënten vindt plaats in kamers zonder schermen of in gangen, in het bijzijn van anderen. Patiënten en bezoekers van ziekenhuizen bewegen zich zonder beperkingen in alle ruimten van de verpleegkundige en klinische afdelingen. Het is echter aan ons om onze collega’s en vooral de nieuwe verpleegkundigen en hun patiënten het goede voorbeeld te geven, zodat de dingen langzaam ten goede veranderen (20).
Nog meer dan het comfort van de ruimte, vereist de communicatie met de patiënt veel tijd. Elke patiënt heeft zijn eigen manier en tempo om zijn probleem kenbaar te maken, maar het kost enige tijd om de verpleegkundigen te leren kennen en het vertrouwen te voelen dat nodig is om hen tegemoet te treden. De patiënt moet het gevoel hebben dat de tijd – of het nu vijf minuten of een uur is – geheel de zijne is. De patiënt die de onverdeelde aandacht van de verpleegster heeft, onthult zijn probleem sneller, met de voldoening dat de verpleegster naar hem heeft geluisterd en hem heeft geobserveerd (21). Nadat de verpleegkundige naar de zieke heeft geluisterd, moet hij ook met hem praten. De taal die hij daarbij gebruikt is zeer belangrijk. Vaak wordt de patiënt gebombardeerd met grote woorden die weinig of geen betekenis voor hem hebben (22). Opnieuw kan het gebeuren dat de verpleegkundige zich op een onbegrijpelijke manier tot de zieke richt. Patiënten die zich schamen voor hun onwetendheid of aarzelen, vermijden om uitleg te vragen, met als gevolg dat het consult ontoereikend is en niet leidt tot het juiste resultaat voor de patiënt. De taal van de communicatie moet daarom op het niveau van de luisteraar zijn, die onze wetenschappelijke kennis niet kan beoordelen, maar moet begrijpen wat we hem vertellen (23).
Een andere belangrijke voorwaarde voor een goede en succesvolle communicatie tussen verpleegkundigen en patiënten is openhartigheid en eerlijkheid. Het gesprek met de patiënt mag geen verdenking, twijfel of misverstand laten bestaan. Als de patiënt bijvoorbeeld vermoedt dat wij tijdens het gesprek met hem gebaren maken naar een begeleider, zal hij/zij vermoeden dat wij hem niet de hele waarheid vertellen (4). Als er behoefte is aan een apart en besloten gesprek met iemand uit de omgeving van de patiënt, moeten we zeer zorgvuldig zijn met de plaats, de wijze en het tijdstip van deze communicatie, die los moet staan van het gesprek met de patiënt (24, 25).
Communicatie is zoals gezegd tweerichtingsverkeer, maar de verpleegkundige of andere beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg is verantwoordelijk voor het goede verloop ervan. De patiënt komt in de dialoog onder stress en de emotionele gebeurtenissen waarmee hij/zij wordt geconfronteerd. Bovendien kan het, afhankelijk van de psychosynthese, meer of minder rustig zijn. Reacties als woede, ongeloof, jammeren, agressie en ontkenning van de werkelijkheid zijn bekende afweermechanismen, die worden aangewend om hem te helpen zich aan te passen aan de nieuwe situatie waarmee hij wordt geconfronteerd (8, 26). De boze patiënt heeft meestal geen eerdere persoonlijke meningsverschillen met gezondheidswerkers, hoewel zij de directe ontvangers van zijn woede zijn. Deze laatsten moeten deze mechanismen, die de onderliggende angst van de patiënt dienen, begrijpen en aanvaarden, en reageren met informatie, bewustzijn en bereidheid om alle mogelijke hulp te verlenen (27).
Ten slotte verschillen mensen in hun behoeften aan communicatie. Sommigen verwachten of eisen een geduldig luisterend oor, zonder zich veel aan te trekken van de antwoorden. Anderen willen een specifieke uitleg voor alles wat hen overkomt. Deze verschillende behoeften moeten dienovereenkomstig worden behandeld door de verpleegkundigen, die in staat moeten zijn om te detecteren wat elke patiënt wil (28). Wat natuurlijk in ieder geval vermeden moet worden door de zorgverleners is zwijgen en onverschilligheid tegenover de vragen van de patiënt. In het beste geval zal de patiënt teleurgesteld vertrekken en in het slechtste geval echt verontwaardigd zijn over de verpleegkundigen (9).