Kohlberg’s Theorie van Morele Ontwikkeling
Morele ontwikkeling is een belangrijk onderdeel van het socialisatieproces. De term verwijst naar de manier waarop mensen leren wat de maatschappij als “goed” en “slecht” beschouwt, wat belangrijk is voor een soepel functionerende maatschappij. Morele ontwikkeling voorkomt dat mensen handelen naar ongecontroleerde driften, in plaats daarvan rekening houdend met wat goed is voor de samenleving en goed voor anderen. Lawrence Kohlberg (1927-1987) was geïnteresseerd in hoe mensen leren beslissen wat goed is en wat fout. Om dit onderwerp te begrijpen, ontwikkelde hij een theorie van morele ontwikkeling die drie niveaus omvat: preconventioneel, conventioneel en postconventioneel.
In het preconventionele stadium ervaren jonge kinderen, die een hoger niveau van cognitief vermogen ontberen, de wereld om hen heen alleen via hun zintuigen. Pas in de tienerjaren ontwikkelt zich de conventionele theorie, wanneer jongeren zich steeds meer bewust worden van de gevoelens van anderen en deze in aanmerking nemen bij het bepalen van wat “goed” en “slecht” is. In het laatste stadium, dat postconventioneel wordt genoemd, beginnen mensen over moraliteit in abstracte termen te denken, zoals Amerikanen die geloven dat iedereen recht heeft op leven, vrijheid en het nastreven van geluk. In dit stadium erkennen mensen ook dat legaliteit en moraliteit niet altijd gelijk opgaan (Kohlberg 1981). Toen honderdduizenden Egyptenaren in 2011 de straat opgingen om te protesteren tegen de corruptie van de regering, hanteerden zij een postconventionele moraal. Ze begrepen dat hun regering weliswaar legaal was, maar moreel niet correct.