- Op 30/03/2019
- In Turkse Cultuur
- Tags:
Het is een beetje ironisch dat de fez, een beroemd, rond en vaak rood stuk hoofddeksel, tot de favoriete souvenirs behoort van toeristen die elk jaar Turkije bezoeken. Deze hoeden verschijnen vaak op onze TV-toestellen in films of vakantie reclames over het land. Of het nu gaat om een vermakelijke reclame voor Spanje of Turkije waarin een flamencodanseres en een tapijtenverkoper het tegen elkaar opnemen in een volleybalwedstrijd, of om de klassieke film One Night in Istanbul waarin het verhaal wordt verteld van twee Liverpool FC-gekke taxichauffeurs die naar de stad reizen om hun team te zien spelen in de finale van de Champions League van 2005, fezes zijn een opvallend kenmerk.
Er zit een grappige ironie in deze associatie tussen de fez en Turkije, want het dragen ervan werd ooit, in 1925, verboden door de eerste president van het land, Mustafa Kemal Atatürk. Als verwester beschouwde hij fezs als een overblijfsel uit het Ottomaanse verleden dat de Turkse burgers onderscheidde van de Europeanen, waarvan hij hoopte dat ze die zouden evenaren. Vanaf dat moment moesten de Turken de hoeden en petten van de westerse wereld dragen.
Dus waar staat de fez eigenlijk voor? Hoe is de fez in de Turkse geschiedenis terechtgekomen?
Het dragen van de fez vindt zijn oorsprong in het Ottomaanse Rijk in de 19e eeuw. Deze periode was een periode van grote veranderingen voor de Osmanen, die een ambitieus hervormingsprogramma doorvoerden om hun bezorgdheid over militaire zwakte en de kracht en stabiliteit van hun staat weg te nemen. Zij begonnen te lenen van Europa, kopieerden Westerse legers en namen nieuwe ideeën over bestuur en nationale saamhorigheid over.
Dit lenen had ook gevolgen voor de Ottomaanse klederdracht. Soldaten en sultans droegen uniformen in Franse stijl, terwijl regeringsfunctionarissen en ambtenaren glimmende Europese schoenen, pakken, dassen en gesteven overhemden droegen. Met alle Europese culturele invloeden kwam echter een andere nieuwe ontwikkeling, iets unieks Ottomaans. Deze innovatie kwam in de vorm van de fez.
Man met een fez in het Ottomaanse Rijk
De fez was een reuzenstap voor de Ottomanen. Sinds de 16e eeuw was de klederdracht in het rijk bij wet geregeld, waardoor de niet-islamitische onderdanen van de sultan, voornamelijk christenen en joden, zich onderscheidden van hun islamitische onderdanen. Toen sultan Mahmud II in 1829 besloot dat alle Osmaanse functionarissen de fez zouden dragen, ongeacht hun godsdienst, zou dit echter allemaal veranderen. Mahmud II verklaarde ooit: “Van nu af aan wil ik geen moslims meer erkennen buiten de moskee, christenen buiten de kerk, of joden buiten de synagoge”. De fez van zijn kant werd een symbool van seculier burgerschap en kon door iedere Osmaanse man worden gedragen, het was bedoeld om alle onderdanen van de sultan te binden.
Dus daar is het, die ronde rode hoeden die wij zo vaak leuk, komisch, exotisch of interessant vinden, vertegenwoordigden ooit een ingrijpende verandering in de geschiedenis van het Osmaanse Rijk. Ze stonden voor burgerschap en een nieuw verstrekkend Osmaans ideaal van nationale eenheid in een tijd van nood en onzekerheid.