Single photon emission computed tomography/computed tomography (SPECT/CT) combineert twee verschillende diagnostische scans in één voor een completer beeld van het lichaamsgebied dat wordt onderzocht. De SPECT-scan maakt gebruik van nucleaire geneeskunde om goede beelden te krijgen van stofwisselingsafwijkingen, terwijl de CT-scan kan helpen om specifiek te bepalen waar het probleem zich voordoet, zoals in het bot of in nabijgelegen weefsel.
Hoe werkt een SPECT/CT-scan
Een SPECT/CT-scan bestaat meestal uit 3 hoofdonderdelen:
- Een radioactieve tracer wordt in de bloedbaan van het lichaam geïnjecteerd. Deze tracer kan worden waargenomen door een gammascanner, die de metabolische functies van weefsels en organen laat zien, zoals de bloedstroom en mogelijke afwijkingen in de weefsels.
- Een CT-scan wordt gemaakt met een röntgenscanner die rond het te bestuderen lichaamsgebied draait.
- Een SPECT-scan wordt gemaakt met een gammascanner die rond het te onderzoeken lichaamsdeel draait, wat veel langer duurt dan de CT-scan.
Omdat de SPECT- en CT-scans beide dwarsdoorsnedebeelden van dezelfde gebieden vormen, is de computer in staat deze beelden te combineren. De resulterende dwarsdoorsnedebeelden tonen de röntgenbeelden van de botten over de nucleaire beeldvorming heen.
Wanneer een SPECT/CT-scan wordt overwogen
Een SPECT/CT-scan kan bijzonder nuttig zijn wanneer men een metabole afwijking wil bekijken, evenals de plaats ervan ten opzichte van het bot. SPECT/CT kan bijvoorbeeld aantonen dat een afwijking waarvan vermoed wordt dat ze rugpijn veroorzaakt, zich in feite in het facetgewricht bevindt en niet in het wervellichaam of een ander deel van de wervelkolom. Een ander voorbeeld is om te zien hoeveel van een kankergezwel in het bot is doorgedrongen.
Hoewel SPECT/CT als relatief veilig wordt beschouwd, wordt bij deze gecombineerde scan meer straling gebruikt dan bij andere scans. Vrouwen die zwanger zijn, wordt een SPECT/CT-scan afgeraden vanwege de risico’s van blootstelling aan straling.