Mieren vormen een grote groep sociale insecten die grote liefhebbers zijn van nectar. Deze drukke insecten bezoeken vaak bloemen om energierijke nectar te verzamelen. Mieren zijn vleugelloos en moeten in elke bloem kruipen om hun beloning te bereiken. Mieren nemen eerder nectar mee zonder dat ze bloemen effectief kruisbestuiven.
Onderzoekers hebben ontdekt dat sommige mieren geen belangrijke bestuivers zijn, ook al bezoeken ze bloemen en kunnen ze stuifmeelkorrels aan hun lichaam hebben vastzitten. Deze wetenschappers ontdekten dat sommige mieren en hun larven een natuurlijke stof afscheiden die werkt als een antibioticum. Deze afscheiding beschermt de mieren tegen bacteriële en schimmelinfecties. Helaas voor de bloemen die door deze mieren worden bezocht, doodt deze afscheiding ook zeer snel een stuifmeelkorrel wanneer deze in contact komt met dit natuurlijke antibioticum.
Mieren bezoeken onopvallende, laaggroeiende bloemen die dicht bij de stengel staan. Voorbeelden van door mieren bestoven planten in Noord-Amerika zijn Klein steenkruid (Diamorpha smallii), alpien nagelkruid (Paronychia pulvinata), en Cascade duizendknoop (Polygonum cascadense).